Het kabinet trekt een omstreden plan om de kinderbijslag enkele jaren niet te laten meestijgen met de inflatie in. Het door de oppositie gehekelde plan werd door het vorige kabinet bedacht om hogere uitgaven aan de uitvoering te compenseren. Het zorgde voor behoorlijk felle debatten in de Tweede Kamer.
Het kabinet wilde jaarlijks 100 miljoen besparen door de kinderbijslag in 2022 en in 2023 niet aan te passen aan de inflatie, en in 2024 slechts beperkt. Dat geld zou worden gestoken in uitvoeringsorganisaties.
Oppositiepartijen noemden het plan een “botte bezuiniging” en haalden tijdens een nachtelijk debat vorig najaar hard uit naar de coalitie en het kabinet. Ook de coalitiepartijen waren allerminst enthousiast, maar verdedigden het voorstel met tegenzin.
In de Eerste Kamer diende de oppositie een motie in om het voorstel in te trekken, temeer omdat de prijzen nu juist extreem stijgen. “Veel gezinnen hebben het door de huidige inflatie zwaar”, erkent het kabinet. “De reguliere verhoging van de kinderbijslag is juist nu welkom.”
Anp