Ronald van Raak – Het Paleis van Thorbecke (die 150 jaar geleden stierf)

03-06-2022 18:34

Binnenhof
Shutterstock.

Het Binnenhof moest op de schop, de historische panden waar de Eerste en Tweede Kamer huisden moesten plaatsmaken voor een Paleis voor het parlement. Dat stond in de ‘Paleiswet’ die de liberale leider Johan Rudolph Thorbecke in 1863 door de beide Kamers kreeg. Thorbecke – die op 4 juni 150 jaar gelden is gestorven – is de grondlegger van ons politieke systeem, in de Grondwet van 1848 die door zijn toedoen tot stand kwam. In die grondwet werden het kiesrecht en het recht van vereniging, de persvrijheid en allerlei andere vrijheden vastgelegd. Evenals de organisatie van ons bestuur (gemeenten, provincies en rijk) – wat nog altijd het ‘Huis van Thorbecke’ wordt genoemd. In de jaren na 1848 drukte de liberaal zijn stempel op onze politieke cultuur. Na vijftien jaar kwam het voorstel voor het Paleis van het parlement op het Binnenhof, op deze wijze leek Thorbecke de liberale macht te willen vereeuwigen in een nieuw gebouw.

Doneer aan TPO!

Thorbecke was een doener, een manager die de politiek in ons land opnieuw heeft vormgegeven. Dat deed hij als ‘premier’ in drie kabinetten (1849-1853; 1862-1866 en 1871-1872) en in de tussenliggende jaren deed hij dat evengoed vanuit de oppositie. Dat lukte hem omdat Thorbecke ook denker was, een historicus en filosoof die een eigen liberalisme bedacht, dat volgens hem paste bij het Nederland van die tijd. De liberaal Thorbecke ging niet uit van het individu en hij pleitte niet voor de vrije markt. Ongebreidelde marktwerking was hem juist en gruwel, omdat het leidde tot tweedeling tussen rijk en arm – en zo de sociale verhoudingen in onze samenleving verstoorde. Thorbecke was een liberaal die juist de gemeenschap centraal stelde. Politici moesten niet hun eigen belangen vertegenwoordigen en ook niet die van een bepaalde groep, maar het algemeen belang. Zij moesten vooral oog hebben voor de eisen van de nieuwe tijd.

Die noodzakelijke vernieuwing legde Thorbecke vast in de Grondwet van 1848 en de rest van zijn politieke leven werkte hij deze liberale beginselen verder uit. Tot zijn dood in 1872 was er geen politicus die zich intellectueel met Thorbecke kon meten – Koning Willem III sprak steeds vol afschuw over ‘die professor’, telkens als de liberaal hem weer eens te slim af was. De persoon Thorbecke werd de personificatie van een tijdperk, omdat hij een uitgesproken visie had over waar hij met dit land naartoe wilde. Hij groeide uit tot een staatsman, omdat hij erin slaagde om zich boven de partijen te plaatsen en zichzelf voor te doen als dé vertegenwoordiger van het algemeen belang. Wat gaandeweg leidde tot veel kritiek, van mensen die heel andere ideeën hadden over wat politiek van belang was. Conservatieve en christelijke politici en later socialisten, maar ook jongere liberalen, die niet in de schaduw van Thorbecke wilden staan.

In 1849 was Thorbecke de eerste ‘premier’ die in het Torentje ging zitten – en waar zijn liberale opvolger Mark Rutte nog altijd zit. Of beter zat, omdat het Binnenhof de komende jaren wordt verbouwd. Dat Torentje is een toren die lager is dan de gebouwen daar omheen, zoals de gebouwen van de Eerste en Tweede Kamer. Een mooie symbool: de macht in ons land moet zich gedeisd houden. De reden waarom het Torentje zo laag is, is omdat het veel ouder is dan de omliggende panden, oorspronkelijk was het een zomerhuisje van de middeleeuwse graven van Holland. Dat Torentje had er niet meer gestaan, als Thorbecke zijn zin had gekregen. Het Paleis van het parlement is er echter niet gekomen, dit voorstel van Thorbecke is nooit uitgevoerd. Telkens was er gedoe, uitstel en uiteindelijk afstel. Het Binnenhof liet zich niet omvormen, zelfs niet door deze liberale krachtpatser; ook hij bleek maar een politieke passant.

150 jaar na de dood van Thorbecke zullen velen stilstaan bij de successen van deze liberale staatsman en dat is terecht, hij wist als ideoloog een blijvend stempel te drukken op onze politiek. Interessant vind ik ook wat hem niet is gelukt, namelijk om het Binnenhof te verbouwen en de wirwar van historische panden te vervangen door een eenvormig parlement. Het plan was er, de wet was er, maar het kwam er niet van: één man kon niet zijn wil opleggen aan de verscheidenheid van het Binnenhof.

 

Lees ook van Ronald van Raak:

Zijn feuilleton ‘Verdwijning op het Binnenhof’
De wijze les van André van Duin
Echt iedere deskundige wil een referendum