Rebellen van het ‘Oromo Bevrijdingsleger’ hebben in het weekend zeker 230 etnische Amharen vermoord. Het geweld vond plaats in de provincie West-Welega, in de deelstaat van Oromia. Overlevende dorpelingen beschrijven massaexecuties en leggen de schuld bij de rebellengroep die grotere autonomie wil voor de deelstaat. De rebellen ontkennen zelf via officiële kanalen iedere verantwoordelijkheid. Wel vechten ze mee aan de kant van de deelstaat Tigray, die al meer dan twee jaar verwikkeld is in een conflict met de federale regering en omringende deelstaten.
De etnische Amharen waren in de afgelopen dertig jaar naar een naburige deelstaat gemigreerd op zoek naar werk en land. Voor veel Oromo’s is de migratie een doorn in het oog. De twee groepen hebben in hun geschiedenis veel strijd met elkaar gevoerd. Het huidige Oromia werd in de negentiende eeuw veroverd door Ethiopische keizers, die zelf tot de Amharen behoorden. De positie van de Amharen is sinds het einde van het keizerrijk in 1974 onder druk komen te staan. In veel andere deelstaten worden ze gezien als de voormalige overheersende bevolkingsgroep.
Deze spanningen spelen ook mee in het conflict rond Tigray. Toen de regeringspartij van die deelstaat, de TPLF, eind jaren ’80 aan de macht kwam in Ethiopië, werd werk gemaakt van een nieuwe bestuurlijke indeling. Ethiopië kreeg deelstaten die grotendeels overeenkwamen met de etnische blokken. De Amharen, ongeveer 20 procent van het land, kregen hierbij ook een deelstaat. De Oromo, ongeveer 33 procent van de bevolking, kregen de grootste deelstaat Oromia. Een stuk land in het noordwesten, voorheen onderdeel van een Amhaarse provincie, werd hierbij toegevoegd aan Tigray. Dat stuk was voor etnische Amharen voortaan onbereikbaar, en is nu een grote reden waarom het deelbestuur van Amhara meevecht aan de kant van de regering. Gevechten met de TPLF liggen relatief stil, en er geldt een broos staakt-het-vuren.
De overlevenden van de laatste reeks moorden zeggen nu ergens anders gevestigd te willen worden. De enige optie die niet tot nieuwe spanningen zou leiden, lijkt een terugkeer naar de eigen deelstaat. Dit zou echter precies zijn wat de moordende rebellen willen. Bovendien zou het de spanningen tussen de Amharen en de Ethiopische regering van premier Abiy Ahmed op kunnen doen lopen. Ahmed kreeg op 22 juni 2019 al eens te maken met een couppoging door gefrustreerde troepen van het Amhaarse regionale leger. De couppoging werd verslagen, maar niet voordat de regeringsgezinde president van Amhara en de stafchef van het nationale leger waren gedood door de coupplegers. Vorige maand kwam al naar buiten dat de regering weer onrust vreest in de deelstaat, en preventief activisten, journalisten en militieleden oppakt om een nieuwe opstand voor te zijn.
