Tweederde heeft begrip voor de boerenacties van gisteren. Ondanks wat irritatie over de manier van protesteren en de overtuiging dat de uitstoot naar beneden moet, is er weerstand tegen het gepresenteerde stikstofplan. Vooral CDA-kiezers zijn tegen en vinden het zelfs in meerderheid een kabinetsval waard.
Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder het Opiniepanel een dag na de boerenprotesten in het Gelderse Stroe. Daar kwamen tienduizenden boeren in actie tegen het stikstofplan van het kabinet. Dat zou betekenen dat de veestapel met 30 procent moet krimpen voor 2030 waardoor veel boeren moeten stoppen. Niet alleen tot ongenoegen van boeren, maar ook van het publiek, zo blijkt.
Slechts eenderde staat achter het stikstofplan en ruim de helft is tegen. Volgens een meerderheid gaat het plan te ver. De grootste onvrede zit bij rechtse oppositiekiezers, maar ook veel coalitiekiezers zijn ontevreden. Onder kiezers die in 2021 nog op het CDA stemden, is de weerstand het grootst: zeven op de tien zeggen niet achter het stikstofplan te staan. Zes op de tien vinden zelfs dat het kabinet wat hun betreft mag vallen als dit plan doorgaat.
De grote weerstand tegen het stikstofplan betekent niet dat mensen niet achter de doelen van het kabinet staan. Zeven op de tien vinden dat de stikstofuitstoot moet worden teruggebracht en zes op de tien maken zich zorgen over de staat van de natuur.
Bijna twee op de drie hebben begrip voor de protesten van gisteren. Over het gebruik van tractoren bij de protesten, die gisteren flinke verkeershinder veroorzaakten, is men verdeeld. De helft vindt dat dat wel moet kunnen; de andere helft niet.
Mensen zijn wel uitgesproken tegen het protest bij het huis van stikstofminister Christianne van der Wal twee weken geleden. Een ruime meerderheid (69 procent) vond dat onacceptabel.
Het onderzoek is gehouden op 22 juni, na afloop van de boerenprotesten in Stroe, en 23 juni 2022. Aan het onderzoek deden 22.917 deelnemers aan het EenVandaag Opiniepanel mee. De uitkomsten zijn gewogen op het totaal aantal ondervraagden en representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2021.