Vandaag wordt een uitspraak verwacht in de Franse rechtszaak tegen de terreurgroep die betrokken was bij de Bataclan-aanslag van 13 november 2015. Bij de aanslag kwamen honderddertig mensen om het leven, en vielen vierhonderdenzestien gewonden. De negen daders kwamen bij de aanslag om het leven, of in de dagen daarna.
De Bataclan-aanslag werd gepleegd door een groep van voornamelijk Franse en Belgische staatsburgers van islamitische komaf. twee van de daders waren Irakese burgers. De meesten van de groep hadden gevochten in het Midden-Oosten, en waren naar Europa teruggereisd via de routes die door illegale migranten gebruikt werden. Van de negen mannen kwamen er zeven om bij de aanslag zelf, en de laatste twee bij een politieactie in Saint-Denis vijf dagen later.
De hoofdverdachte in het proces, Salah Abdeslam, wordt verantwoordelijk gehouden voor logistieke en ondersteunende activiteiten. Hij bracht de daders naar de locaties van hun aanslagen, en hielp mee met het maken van explosieven. De aanslagen werden geclaimd door Islamitische Staat, dat in 2015 grote delen van Irak en Syrië bezet hield. Frankrijk nam met een coalitie van landen deel aan luchtbombardementen op IS, en de aanslagen in Parijs waren hiervoor een vergelding.
Bij de aanslag werden op meerder locaties in Parijs mensen gedood en gegijzeld. Van de honderddertig overledenen werden er negentig gedood in het Bataclan theater waar de aanslag naar is vernoemd. Op het moment van de aanslag waren in dat theater ongeveer vijftienhonderd mensen aan het luisteren naar een Amerikaanse rockband. Drie daders gingen naar binnen en begonnen om zich heen te schieten met machinegeweren. De meeste mensen konden via de zijdeuren wegvluchten. De aanslagplegers gijzelden vervolgens twintig bezoekers. Deze konden gelukkig worden bevrijd door de Franse politie. Andere aanslagen vonden die avond plaats bij horecagelegenheden in de stad. Hierbij kwamen nog eens veertig mensen om het leven. In totaal raakten vierhonderdenzestien mensen gewond. Het theater was eerder bedreigd door jihadisten, omdat de eigenaren Joods waren en steun zouden uitten aan Israël.
De rechtszaak was de grootste terrorismezaak in de Franse geschiedenis. In totaal kwamen twintig mensen in beeld voor betrokkenheid bij de aanslag. Zoals bij Abdeslam ging het vooral om mensen die steun verleenden aan de aanslagplegers. Van de twintig konden veertien worden vervolgd. Vijf mannen konden niet worden gestraft omdat ze van de aardbodem verdwenen zijn. Naar men aanneemt zijn deze mannen in de afgelopen jaren omgekomen in Irak en Syrië.
Bijzonder is dat tijdens de rechtszaak veel tijd werd ingepland voor getuigenissen van slachtoffers en nabestaanden. In totaal maakten vierhonderdenvijftig mensen gebruik van het recht om te spreken. Velen spraken over het overleven van de aanslag op de dag zelf, of over het verliezen van een geliefde.