In een vorige tv-recensie waarschuwde ik al dat robot-politici zoals VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans, ondanks overuren draaiende cabaretiers en commentatoren, wel eens ‘het nieuwe normaal’ zouden kunnen vertegenwoordigen. De kans dat verantwoordelijken in Den Haag zich branden aan een mening, een visie of een standpunt dat afwijkt van hoger geplaatste en nog betere verdienende collega’s in internationale gremia wordt steeds kleiner. De landelijke politiek dreigt een blauwdruk te worden van internationale afspraken en akkoorden, zie de huidige stikstofproblematiek die via Brussel naar Den Haag is ‘doorgeschoven’.
Een goed voorbeeld van een al enige tijd voorspelbaar meebewegende robot is de tegenwoordige minister van Buitenlandse Zaken, Wopke Hoekstra (CDA). Donderdag bij Op1 leek hij helemaal niet door te hebben dat we ruim een jaar later leven dan de Kamerverkiezingen van 2021. En dat Nederland in brand stond vanwege boze boeren. Wopke viel terug op de door zijn spindoctors kennelijk nog steeds als heilig ingefluisterde termen als ‘perspectief’, ‘samenwerking’, ‘uitgestoken hand’, ‘de mensen in het land’ en zijn tijdloze favoriet, zijnde de voor zo ongeveer alles inzetbare term ‘innovatie’; een term ook waarmee hij de vorig jaar op z’n McKinsey-esks de al bekende stikstofproblemen voor zijn achterban probeerde weg te toveren.
Hoekstra voegde overigens nog een woord aan zijn palet toe, eentje maar hoor, ‘empathie’. En voor wie wakker genoeg was om Op1 inhoudelijk een beetje te volgen kwam die ‘empathie’ van Hoeksta erop neer dat we de boeren niet zomaar met een bureaucratisch bepaalde oplawaai van de kaart moesten vegen, maar met een commissie, pardon, een empathische commissie, die onder leiding van een CDA-er met de boeren, jawel, ‘het gesprek zou aangaan’ (overigens zonder de geringste manoeuvreerruimte). Alsof Hoekstra wilde zeggen ‘ook wij, robots, hebben gevoelens, maar wij besteden dat uit aan kansloze commissies’.
Dames en heren, laat het tot u doordringen: ik zie een heuse trend. De paar politici die nog wél iets durven te beweren, wél iets durven te vinden van de richting waarin onze samenleving beweegt en zo nu en dan wél een rode lijn hanteren (tot hier en niet verder), worden door de politici van het midden, en in hun kielzog de brave media (hallo, Sander Schimmelpenninck), steeds sneller als ‘extreem’, ‘radicaal’ of ‘extremistisch’ weggezet. We mogen, vinden zij, niet klagen over al die gerobotiseerde optredens van de gevestigde orde. En gezien de klinkende verkiezingsoverwinning van de opperrobot (Rutte) bij de laatste verkiezingen is dat misschien nog wel een valide punt ook.
De ziel van Nederland is bezig…een robot te worden?
De enige van wie je bij Op1 mag verwachten dat hij de robots tot de orde roept (niet teveel, maar af en toe), Sven Kockelman, danste gisteren ook al probleemloos mee in de robotpolka. Het enige niet-betekenisloze zinnetje van Hoekstra (over dat de boeren jarenlang richting ‘schaalvergroting’ zijn geduwd, mind you, door het CDA) passeerde ongemerkt. Het was het enige zinnetje dat de kern raakte, niet door robots meteen geëgaliseerd kon worden en dus onbesproken bleef.
Deo volente zal ik de voortschrijdende robotisering van de talkshows en onze staatskanalen namens TPO blijven volgen, dank u.
Lees ook van Hans van Willigenburg: