Precies een maand nadat hij een vertrouwensstemming overleefde zit de Britse premier weer muurvast in een nieuw schandaal. Boris Johnson gaf gisteren in een interview toe dat hij geweten had van beschuldigingen tegen een conservatieve politicus toen hij die als ”whip” benoemde. De whip is een persoon die de fractiediscipline moet verzekeren binnen de partij. Chris Pincher trad op 30 juni terug na nieuwe beschuldigingen dat hij zich in een dronken bui aan twee mannen had vergrepen. Hij was al eerder beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Johnson had de afgelopen dagen volgehouden niets van die eerdere beschuldigingen te hebben geweten, maar kwam hier gisteren op terug.
In reactie hierop zeiden twee kopstukken uit het kabinet hun vertrouwen op in het leiderschap van Johnson. De ministers van financiën en gezondheid, Rishi Sunak en Sajid Javid, gaven kort na elkaar hun posities op. Ze werden gevolgd door een aantal lagere functionarissen. De topposities werden dezelfde avond nog gevuld, maar het lijkt erop dat een steeds groter deel van de conservatieve partij af wil van Johnson. Woensdagochtend werd bekend dat ook Will Quince, onderminister voor Kinderen en Gezinszaken, zich terugtrekt uit het kabinet. De minister voor Scholen, Robin Walker, houdt ook de eer aan zichzelf.
De conservatieve fractie heeft een intern orgaan dat een stemming kan organiseren over de partijleider. Het 1922 Comité moet van minstens 15 procent van de conservatieve parlementariërs een brief ontvangen waarin ze hun vertrouwen opzeggen. Er is echter een probleem: Dit is een maand geleden al eens gebeurd. Boris Johnson overleefde op 6 juni een stemming met 211 conservatieven voor en 148 tegen zijn aanblijven. Volgens de regels mag er binnen een jaar na een door de premier gewonnen stemming geen nieuwe worden georganiseerd. Anders kunnen boze fractieleden continue nieuwe stemmingen bijeen roepen.
De vorige stemming werd uitgeroepen nadat bleek dat Johnson niet de waarheid had gesproken over zijn betrokkenheid bij feestjes die werden gehouden terwijl de rest van het land zich aan een lockdown moest houden. De kabinetsleden die nu weglopen bleven toen achter hem staan, met het argument dat de kiezer de conservatieven een sterk mandaat had gegeven. Bovendien zouden de taken en uitdagingen van het kabinet te groot zijn om de premier te verwisselen om dingen uit het verleden.
Nu lijken er twee manieren waarop Johnson alsnog het veld kan ruimen. Hij kan de eer aan zichzelf houden, maar hier lijkt geen hij niet over te peinzen. De tweede manier zal wat langer duren, maar lijkt waarschijnlijker: De conservatieve parlementsleden moeten via het 1922 Comité de partijregels veranderen om alsnog een tweede stemming te kunnen houden over zijn leiderschap. Om dit te bereiken zal volgende week een nieuwe voorzitter worden gekozen voor het 1922 Comité. De bereidheid om de regels aan te passen zal hierbij de belangrijkste vraag zijn waarop kandidaten worden beoordeeld.