De Algarve stond lang niét bekend om zijn wijnen. Wel om zijn 3100 zonuren per jaar (het dubbele van Nederland en België), de prachtige stranden, het ongerepte binnenland, de paradijselijke golanen en de spotgoedkope heerlijke verse vis die zo uit zee op je bord spartelt.
Zo schreef de wereldberoemde wijnschrijver Richard Mayson nog in 2003 dat de Algarve is volgeplant met de verkeerde druiven. Volgens hem gaat het nooit lukken om inheemse druivensoorten als negra mole, bastardo, moreto, diagalves, perrum en tamares te telen en is de streek volgens hem zelfs te heet voor de allemansvriend crato branco, die ook wel siria wordt genoemd.
In The Wines and Vineyards of Portugal, een bijbel voor wijnliefhebbers en een gids die ik van harte aanbeveel, schrijft Mayson verder dat de Europese Unie subsidie heeft gegeven om wijngaarden in de Algarve te ruimen en te verplaatsen naar de Alentejo en de Douro. Daardoor moesten twee van de vier coöperaties – Tavira, Portimao, Lagoa en Lagos – in de Algarve sluiten. De laatste twee bleven over en kregen het monopolie.
Wijnprofessor Rudolf Pierik schreef in 2002 in de klassieker Portugese Wijnen, eveneens absoluut een must voor de wijnliefhebber:
Men moet niet voor wijnen naar de Algarve gaan maar voor de streek, de fraaie stranden, het klimaat en de golanen.
De professor noemt eventjes de wijngaarde van Cliff Richard en schrijft iets over Algar Seco, een witte aperitiefwijn van de crato branco-druif. Algar Seco heeft een verhoogd alcoholgehalte van 19 tot 22 procent, een citroengele kleur en een notensmaak die wordt gemaakt door de coöperatie van Lagoa. Geen omfietswijn, zou Nicolaas Klein zeggen. Pierik tenslotte over de rode DOC-wijnen van de Algarve: ze zijn weinig inspirerend en hebben geen beste naam; ze voldoen nog wel als campingwijn!
Waar wijnregio’s als Alentejo en Douro alleen maar bleven groeien, ging het vanaf de jaren tachtig in de Algarve bergafwaarts met de wijngaarden. Ze verdwenen door de aanleg van golfbanen, vakantieparken en citrusboomgaarden en de nog bestaande wijngaarden werden verwaarloosd. Maar in de afgelopen 15 jaar zijn er flinke investeringen veel nieuwe wijngaarden bijgekomen en oude wijngaarden in ere hersteld. De Algarve is ver verwijderd van de jaren negentig toen de inferieure bulkwijn van coöperaties de streek een slechte reputatie bezorgde. Zo hoorden wij van Portugezen die het kunnen weten dat de Algarve eigenlijk beter geschikt is voor wijnproductie dan de Alentejo. De veel lagere prijs van de landbouwgrond in Alentejo is misschien wel de enige reden waarom de Algarve achterblijft. Een paar jaar geleden was het ondenkbaar dat een met Michelin-sterren gedoteerd restaurant Algarve-wijnen op de kaart zou zetten. Maar vandaag is dat vanzelfsprekend en sommige sommeliers creëren zelfs met trots degustatiemenu’s met uitsluitend wijnen uit de Algarve. Onze lievelingssupermarkt Apolónia, met filialen in Lagoa, Galé en Almancil, heeft een enorme selectie topwijnen uit de regio.
In de 19e eeuw genoten de wijnen van de Algarve nog een prima reputatie in Portugal. António Augusto de Aguiar – professor, politicus, wetenschapper en vooraanstaand vinoloog – schreef over de wijnen van de Algarve:
Ze zijn aangenaam van smaak omdat ze uw mond niet teleurgesteld achterlaten, zoals de wijnen van Bairrada, ze verdoven uw tanden niet, ze hebben een delicatesse en zachtheid die u zelden vindt in de nieuwe wijnen van Portugal, ze beledigen u niet met overtollige tannines, ze geven u aroma’s van vijgen en amandel, moerbeien en aardbeien, ze profiteren van de zeebries, ze zijn beter dan de wijnen van de Douro en Alentejo en ze hebben een elegantie die niet wordt gevonden in de kastelen van Bordeaux. Met zijn uitzonderlijke ligging op het zuiden, zonnig klimaat, de nabijheid van de oceaan, beschut tegen de koude noordenwinden door de heuvelruggen, een zandige kleigrond en leisteen, heeft de Algarve en uitstekend terroir voor het kweken van wijnstokken.
Artikel gaat verder na afbeelding.
Op het Iberisch schiereiland bestaat dan ook al duizenden jaren wijnbouw. De Tartessianen, een oude beschaving in het huidige Andalusië, waren de eersten die, rond 2000 voor Christus, wijnstokken in de Algarve plantten. Later brachten de Feniciërs druivensoorten en wijnbereidingstechnieken met zich mee. Ook de Grieken cultiveerden wijngaarden en bevorderden de opmars van de wijnbouw en na hen deden de Romeinen dat.
Tijdens Portugals gouden eeuw bloeide de wijnproductie in de Algarve en vertrokken de karvelen uit Sagres en Lagos met wijn naar verre landen en streken. Voor de zeemannen was wijn een prima vervangmiddel van water, dat moeilijk goed te bewaren was voor lange tijd. indachtig de oeroude volkswijsheid: water doet de palen rotten, die het drinken zijn de zotten.
Wie trouwens iets van de ziel van de stoere, noeste en welhaast ondoordringbare Portugese zeemansgeest wil begrijpen, moet op YouTube beslist naar The Lonely Dorymen: Portugals Men of the Sea kijken, een indrukwekkende documentaire van de Nederlander George Sluizer uit 1967, in opdracht van National Geographic. Het is een portret van een grote groep Portugese vissers, die op één boot maanden van huis zijn. Sinds vier eeuwen varen de Portugese marinheiros naar Newfoundland, en meer recent naar Groenland, om daar in de diepe koude wateren op kabeljauw te vissen. En zet na het zien van deze docu keihard het schitterende Gaivota van Amalia Rodrigues op: Het ultieme zeemanslied én het officieuze volkslied van Portugal.
Regelmatig zie ik in de Algarve vissers met Barry Hulshoff-bakkebaarden. Zeebonken met houten poten die achteloos een klodder tabakssap op straat kwatten. Mannen zijn hier nog echte kerels. Vroeger was alles beter. Kijk maar eens naar een foto van het Nederlands elftal uit 1974 of 1978: bloeddorstige gladiatoren. Nu: een zooitje ziekelijke, verwende aanstellers. Dansmariekes met tatoeages en enge kapsels, die nog geen deuk in een pakje boter kunnen trappen. Arie Boomsma straalt meer ontzag uit. Nederland is gedegenereerd tot een natie van huilebalken, zielenpieten, sneeuwvlokjes en schlemielen. Zet de treurbuis aan en er stampvoet gegarandeerd een optocht van menselijk tekort en leed door de huiskamer. Het land is een eindeloze marathonuitzending van Rondom Tien geworden, alleen zijn de gebruikelijke nooddruftigen vervangen door sociale rechtvaardigheidskrijgers en aanverwante artikelen. En maar janken en jeremiëren.
Ik ben opgegroeid met De Scheepsjongens van Bontekoe, Engelandvaarders van K. Norel en uiteraard Schateiland. Wie leest Het boek der admiralen; zeeslagen en heldendaden van beroemde mannen van K. Hajee nog? Waar zijn de mannen van stavast en Jan de Witt gebleven? Soms waan ik mij weer Ketelbinkie, in een drollenvanger en een stoere schipperstrui, gebreid door mama. Als ik bezopen ben en mijn trui mis, draai ik het adagio van Spartacus, een ballet van Aram Chatsjatoerjan en tevens het openingsthema van The Onedin Line.
Daarna dep ik mijn zilte tranen en kijk ik ter opmontering naar Scheepskamelen van Jiskefet, die ontroerende hommage aan de Hollandse zeeman, vol visserslatijn en onomatopeïsche begrippen als kneukeren, roegen, raggel, hompert en het rakken van de neug. In de Algarve is het graças a Deus nog helemaal vroeger qua echte mannen. Daar ben ik thuis!
Door onze vliegende makelaar Laetitia
Ofwel: Iedereen die een andere dan zijn eigen woonomgeving bezoekt en zich daar recreatief bezig houdt, ook wel aangeduid als iemand die voor zijn plezier reist. Maar als je gaat googelen zijn er nog veel meer soorten toeristen te vinden, op de gekste plaatsen van de wereld. Mensen kunnen drugstoerist zijn. Of ramptoerist. Bedevaarttoerist, gezondheidstoerist, sekstoerist… Zelfs de tanktoerist is een vaak geziene soort. Je kunt het zo gek niet bedenken om te ondernemen of er bestaat vorm van toerisme voor.
Zelfs de Romeinen deden al aan toerisme, waardoor ze nieuwe architectuur ontdekten en nieuwe talen leerden. Toerisme was dus ook hartstikke nuttig. Zó nuttig dat de rijkere klassen in de 19e eeuw gezondheidstoerisme ontdekten. Lekker weg uit de stinkende ongezonde steden, afreizen naar de bergen, bronnen of de zee. Later werd toerisme door alle lagen van de bevolking ontdekt. En zo kwam ik laatst foto’s tegen van mijn ouders die volledig in pak met stropdas en mantelpak in een strandstoel in Zandvoort zaten. Want toeristenkleding was in de jaren 50 nog niet uitgevonden.
Naarmate er meer welvaart kwam en recht op vakantiedagen ging het helemaal sky high. Met als grootste mijlpaal; de vliegprijzen. Opeens kon iedereen betaalbaar een toerist zijn over de hele wereld. En zo is de toerist verantwoordelijk voor de meest winstgevende bedrijfstak ter wereld: Toerisme. Het is zelfs zo dat als de toerist ophoudt te bestaan er hele economieën in gevaar komen. Zoals hier in Portugal, maar ook in Spanje of Egypte. Want de wil van de toerist is wet, daar valt niet over te twisten. Wil hij hossen, bier drinken, en dronken op een strand doorbrengen dan ontstaat een dergelijke plek gewoon. Zomaar omdat de toerist dat wil. Wiet blowen? Waterpijp roken? Hoeren bezoeken? De toerist die dit leuk vindt krijgt het allemaal aangereikt. Maar het tij keert. In Amsterdam bijvoorbeeld zit de burgemeester met haar handen in het haar omdat de toerist veel te veel ruimte heeft gekregen en iets terugdraaien is altijd heel erg moeilijk.
In mijn woonplaats Olhão heeft de burgemeester goed gekeken naar plaatsen als Albufeira of Salou. Hij denkt waarschijnlijk ‘Laat iedereen die het daar leuk vindt lekker wegblijven uit mijn stad!’ Hij mikt duidelijk op een andere toerist en dat is te zien. Door de aanwezigheid van cultuur en natuur zie je de bijbehorende toerist uitgerust met strooien hoed en Teva-sandalen steeds meer. Ook jonge stellen van eind twintig met een heuse camera (dus niet die van de smartphone) om de schouder is terug van weggeweest. De boutique hotels schieten hier uit de grond. Evenals de vegan restaurantjes en haverlatte koffiebarretjes. Alles in Olhão ademt hip en van nu uit. Conceptstores, trendy modezaakjes, interieur en design. Het lijkt de Amsterdamse Jordaan wel.
Binnenhuisarchitecten met smaak hebben hun handen vol aan het inrichten van de panden die hier door modeminnaars en -kenners worden bewoond. De burgemeester is er heel gelukkig mee. Hij doet er alles aan om zijn stadje te restaureren in de stijl zoals het was. Niets mag zomaar worden platgegooid of veranderd aan de buitenkant. Zelfs het plaatsen van een zonnepaneel op je platte dak mag niet zonder vergunning. Nieuwe gebouwen in het oude centrum mogen niet hoger dan 4 verdiepingen zijn om het stadsgezicht te behouden. De kleur van je gevel? Eerst bij de burgemeester informeren welke kleuren mogen. Ik heb zelf een aanschrijving gekregen voor blauwgeverfde lijsten van ramen en of ik deze even lichtgrijs kon maken. De logica zie ik niet want het wemelt hier van de blauwgeverfde panden, maar het is zinloos om je erover druk te maken. Het beleid van de burgemeester; hij krijgt er de toerist bij die hij verdient. Welcome in Olhão.
Het was me het weekje weer wel mensen. De heetste maand juni evâh hebben we doorstaan, maar gesloopt zijn we ondertussen wel. Dit komt voornamelijk doordat de mens, in het algemeen, een complete mafketel is. Dinsdagnacht bijvoorbeeld werd ik ruw uit mijn dromen opgeschrikt door een hels geblaf van de complete roedel. Ik kon de afzonderlijke stemmen van de hondjes herkennen. Dit gebeurt eigenlijk alleen als er een indringer is. Dus, schoentjes aan, zaklantaarn pakken en naar buiten. Staat mijn roedel daar gevieren een wasbeer te slopen. Althans een poging daartoe te ondernemen. Het beest was echter geenszins van plan zich zonder slag of stoot gewonnen te geven. Twee van de hondjes, Bella natuurlijk en de grote lieve herder-die-je-niet-boos-moet-maken, licht gewond. De herder was boos omdat zijn neus opengekrabt dan wel -gebeten was door de wasbeer, die hij vervolgens in zijn bek nam en met geweld op de grond smeet. En Bella een wond vlak onder haar oog. Lang verhaal kort, hondjes met enige moeite opgesloten in de ren en de wasbeer heeft kunnen ontsnappen. Hoe zwaar gewond weet ik niet. Het beest voelde zich niet geroepen tot een gedegen onderzoek. Ik hoop dat hij/zij/x het overleefd heeft en niet al te zeer beschadigd is door de confrontatie.
Artikel gaat verder na afbeelding.
‘Mooi verhaal Raúl, maar wat heeft dat met mafketels te maken?’ Wel beste lezeressen, zoals jullie via Wiki en Google al wel zullen hebben ontdekt, de wasbeer komt helemaal niet voor in Spanje. Althans niet van nature. Er zijn er natuurlijk wel, omdat een stelletje mafketels het wel een leuk idee leek om zo’n koddig beestje als huisdier te gaan houden. En als de vraag er is, of gecreëerd wordt, is er altijd wel een cowboy met een neus voor centjes verdienen die ‘het gat in de markt’ gaat vullen. Helaas zijn de knuffelbaar uitziende beestjes helemaal niet geschikt om als huisdier te houden en menige lieverd eindigde dus op straat. Of in het bos, dat is om het even. Sommigen weten wonderwel te overleven, zoals ik deze nacht te weten kwam. Dank daarvoor, mafketels. ‘Ja maar, dat is een leuk verhaal, maar daarmee is toch niet de hele mensheid meteen een mafketel?’ Nee, dat klopt. Daar is iets meer voor nodig. Boomers op vakantie bijvoorbeeld. Veel dichter bij ‘mafketel’ kan je niet komen in de rangorde van idioterie. Men neme een klein personenautootje, laten we zeggen een Hyundai’tje, een caravan van een metertje of zeven en een gewicht, mits niet overbeladen, van pakweg 1500 kilo. En daar hang je dan ook nog twee fietsen achterop. Daarmee ga je natuurlijk lekker ver weg op vakantie, je hebt immers je BE – rijbewijs, kado gekregen dat wel. Een rijtest met caravan bestond destijds, toen de boomers hun rijbewijs haalden, immers nog niet.
Een veelgehoorde misvatting is dat je bij een slingerende caravan gas bij moet geven om hem ‘weer in het spoor te trekken’. Vandaar dat de anti-slinger automaten die soms gemonteerd worden de rem aantrekken, slimmerds?
Artikel gaat verder na afbeelding.
Gas Karel! Gas!
Nou ja, lees het verhaal hier maar of hier in het Nederlands.‘Zeg letterbrijer, vind je dit werkelijk genoeg om de gehele mensheid weg te zetten als volledig matteklap?’ Nou, eigenlijk wel, maar goed, nog een voorbeeldje; na een storm vroeg in het jaar was er op grote delen van de Catalaanse kust geen strand meer over. Niemand weet waarom dat tegenwoordig zo’n sterk verschijnsel is, maar dat er in de laatste twintig, dertig jaar overal enorme jachthavens in zee zijn gebouwd zal er absoluut níets mee te maken hebben. Nu gooide het Ministerie van Kustzaken er de laatste jaren sowieso al drie ton Eurootjes per jaar tegen aan om zand aan te laten rijden en uit te bulldozeren. Den Duitschen toerist moet sein Kaul graben können nietwaar? Dit jaar kwam daar nog eens anderhalf miljoen Euro bij wegens echt helemáál geen strand meer op vele plaatsen.
Artikel gaat verder na afbeelding.
Milieu-ambtenaren, commissies, juristen, de hele bestuurs-santekraam bemoeide zich ermee en uiteindelijk, terwijl het zomerseizoen al van start was gegaan, werden de lange rijen dumpers met zand aangereden. Altafulla bijvoorbeeld had weer een strand. Drie dagen lang. Toen had de wind weer wat golven veroorzaakt en pats boem lag al het aangereden zand in zee. En Altafulla weer zonder strand. Men is nu maar gestopt met zand aanvoeren. Nieuwe plannen zullen ongetwijfeld gemaakt worden. Maar of er naar de oorzaak gezocht gaat worden? Niet wijst erop vooralsnog.Idioot, in mijn ogen, geld in zee smijten. Nog één voorbeeldje, dan hou ik er echt mee op.
De vroegste hittegolf ooit gemeten, en dan nog een heel lange ook, heeft het zeewater al zo’n vijf graden warmer gemaakt dan normaal rond deze tijd gemeten wordt.
‘Fijn Raúl, lekker zwemmen zonder klappertanden!’ Ik hoor het de kindertjes alweer roepen. Zelf denk ik dat het helemaal niet fijn is. De temperatuur van de zee heeft nogal invloed op het weer. Ten eerste is de luchtvochtigheid bij tijd en wijle krankzinnig hoog en is elke inspanning teveel. Ten tweede gaat het er vaker door waaien. Waardoor het vocht in de lucht weer wordt weggeblazen en niet de kans krijgt om als neerslag het land te verkoelen en het groen te doen groeien. Droogte dus. Terwijl het waait. En ondanks dat blijft men hier vrolijk snoeiafval verbranden in de buurt van dorre velden. Of gaat lekker in een natuurgebied zitten te barbecueën. Gevolg, recordoppervlaktes aan verbrand bos, akkers en boomgaarden. Had ik al gezegd dat de gemiddelde mens een breinloze idioot is? Bij deze dan. Hasta la proxima amigas y amigos, locos o no, igual.
Lees meer Portugal Post: