Een delegatie van negen Kamerleden is momenteel bezig met een onderzoeksreis door Suriname, Curaçao en Bonaire. De delegatie, geleid door D66-er Kiki Hagen, woonde donderdag een herdenking bij voor de verzetsheld Tula, die in 1795 een opstand op het eiland leidde en hiervoor werd geëxecuteerd. Aan het eind van de reis zullen de Kamerleden gezamenlijk een reisverslag schrijven, met hierin hun bevindingen.
Nog onduidelijk is of hier ook een aanbeveling over excuses en herstelbetalingen in zal zitten. Op Curaçao kunnen die excuses niet snel genoeg komen. Volgens de NOS was bij de herdenking een kleine groep betogers aanwezig die Nederland ervan beschuldigde een WIC/VOC-mentaliteit te hebben.
De Universiteit Tilburg heeft een database met landen die excuses hebben gemaakt voor mensenrechtenschendingen: political apologies. Hierin zitten 366 gevallen van excuses en spijtbetuigingen van over de hele wereld. Een kleine kijk in de database laat zien waar al eens eerder excuus gemaakt is voor de trans-Atlantische slavernij. De excuses moeten wel van een vertegenwoordiger van de nationale overheid komen. Excuses van steden, zoals Amsterdam, zitten er niet tussen.
Te beginnen bij Nederland. In 2001 sprak D66-minister Rogier van Boxtel op een conferentie in Zuid-Afrika zijn diepe spijt uit over het slavernijverleden. Een jaar later deed kroonprins Willem-Alexander hetzelfde in Ghana. In 2013 sprak minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher diepe spijt uit voor het slavernijverleden bij een herdenking.
In Spanje sprak minister voor Arbeid, Juan Carlos Aparicio pérez, in 2001 zijn spijt uit voor het slavernijverleden.
Portugal lijkt dit nooit te hebben gedaan, maar maakte wel excuses voor het vervolgen en verdrijven van joden.
Frankrijk heeft excuses gemaakt voor de rol van het Vichy-bewind tijdens de Tweede Wereldoorlog. President Macron vroeg Rwanda vorig jaar ook om vergiffenis voor de Franse rol bij de genocide in 1994.
België heeft ook meerdere malen excuses gemaakt voor misdaden in de koloniën, maar slavernij zat hier niet specifiek bij.
De Britse Labour-premier Tony Blair sprak in 2006 en 2007 tweemaal zijn spijt uit over de Britse rol in de slavenhandel.
Dan naar Zuid-Amerika. De Braziliaanse president Lula da Silva maakte in 2005 excuses voor de slavernij tijdens een bezoek aan Senegal. In 2011 maakte een andere Braziliaanse functionaris ook excuses, weer in Senegal.
In 2009 maakte Peru excuses voor eeuwen van ‘misbruik, uitsluiting en discriminatie’ van mensen van Afrikaanse komaf.
In de Verenigde Staten maakten het Huis van Afgevaardigden en de Senaat in 2008 en 2009 excuses voor de slavernij, naast excuses aan de inheemse bevolkingsgroepen.
Dan Afrika zelf. Dahomey was een pre-koloniale kuststaat in West-Afrika. Kort na de onafhankelijkheid van Frankrijk werd het land Benin genoemd, niet te verwarren met het pre-koloniale Benin van de bronzen beeldjes. Dat lag dan weer in het huidige Nigeria.
Dahomey was een koninkrijk van de Fon, en verkocht de slaven die het bij rooftochten maakte aan de kust aan Europese slavenhandelaren. President Mathieu Kérékou, die zelf niet tot de Fon behoorde, vroeg Afro-Amerikanen in 1999 om vergiffenis voor de rol van Afrikanen bij de slavernij. Een Beninse minister en een ambassadeur aan de VS maakten in 2000 en 2003 nogmaals excuses.
Aankomende september komt trouwens een film uit over Dahomey: The Woman King. De Fon lijken hierin vooral te worden neergezet als de slachtoffers van hebberige Europeanen en roofzuchtige buurvolken. Wie weet is dit een ietwat misleidende trailer. In werkelijkheid was Dahomey een van de eerste landen die een onafhankelijk Brazilië erkende in 1822-1824, om zo de slavenhandelsrelaties veilig te stellen.
Ghana had in 2006 een toeristisch project, Project Joseph genaamd, waarmee het land mensen uit de Afrikaanse diaspora aan wilde moedigen om weer in contact te komen met het land van hun voorouders. Onderdeel van de tour was een excuus voor de slavernij. Dit is echter niet meegenomen in de database van Tilburg.
De Guardian schreef in 2009 over een Nigeriaanse burgerrechtencampagne die traditionele koningen, afstammelingen van negentiende-eeuwse slavendrijvers, vroeg om excuses te maken. Die afstammelingen stellen echter dat zij geen schuld konden erven voor misdaden van hun voorouders, en dat die daden bovendien heel lang geleden gebeurden.