Een Cypriotisch overheidsrapport zegt volgens lokale media dat veel mensen die een paspoort kregen in ruil voor een investering, in werkelijkheid geen of weinig geld hebben neergelegd. Cyprus, of beter gezegd het Grieks-Cypriotische zuiden, had van 2007 tot 2020 een programma waarbij buitenlandse investeerders een naturalisatie konden aanvragen. Ze moesten daarvoor wel voor minimaal 5 jaar een bedrag van 2 miljoen euro in de economie stoppen, door bijvoorbeeld vastgoed te kopen. Voor de duur van hun staatsburgerschap moesten ze vervolgens minimaal 500.000 euro in de economie hebben zitten. Het programma werd na eerdere aantijgingen van fraude stopgezet.
In totaal zouden 3.517 mensen zo in ruil voor geld een paspoort hebben ontvangen. Daarnaast zijn ook nog eens 3.810 partners, kinderen en ouders van investeerders genaturaliseerd. Nu blijkt dat in veel gevallen de investeerders simpelweg de belofte hadden gedaan om geld in de economie te stoppen, maar dit na hun naturalisatie niet deden. Een overheidswaakhond zegt nu dat de overheid zich ervan bewust was dat de regels overtreden werden. Zelfs het Hoogegerechtshof heeft meerdere naturalisaties goedgekeurd, terwijl men eigenlijk had moeten zien dat niet aan de voorwaarden was voldaan door de begunstigde.
Cyprus werd, samen met 9 andere landen, in 2004 lid van de Europese Unie. Het land geldt al langer een populair vakantieoord voor het Midden-Oosten en Rusland. Een Cypriotisch paspoort geeft bovendien makkelijker toegang tot Europese landen. Nieuwssite In-cyprus schrijft dat het paspoortprogramma in oktober 2020 werd beëindigd te midden van ”een barrage van nieuwsberichten die suggereerden dat fraudeurs en voortvluchtigen profijt hadden naast bonafide investeerders”. Nu lijkt het erop dat meer dan de helft van de 7 miljard euro die het programma Cyprus op zou moeten hebben gebracht. Van 3,5 miljard aan vastgoedinvesteringen is niet niet bevestigd dat ze ook daadwerkelijk zijn gedaan. Het nut van het programma voor het land lijkt achteraf zwaar te zijn overschat, als men de schandalen ertegenover zet.
