Steeds meer mensen verpanden bezittingen om snel aan geld te komen, dat schrijft rtlnieuws. Volgens de marktleider onder de pandhuizen, Used Products, zit het aantal klanten in de lift. De waarde van de gemiddelde transactie stijgt ook, en ook zijn er steeds meer mensen die na de vastgestelde termijn hun spullen niet terugkopen.
Mensen die hun spullen naar een pandhuis brengen, verkopen deze niet direct. De spullen worden op waarde geschat, en de eigenaar levert ze in als onderpand voor een geldbedrag. Het pandhuis bewaart de spullen voor een bepaalde periode, waarin de eigenaar ze weer terug kan kopen. Als de eigenaar dit doet, moet bij de terugkoop wel een rentebedrag betaald worden naast de vastgestelde waarde. Verpanden is dus een soort lening. Als de eigenaar de spullen niet terugkoopt, kan het pandhuis ze na een paar maanden vrij verkopen aan andere klanten.
De directeur van Used Products zegt ook een verschuiving te zien in de doelgroep die spullen verpandt. Voorheen waren dat vooral mensen die weinig waardevolle bezittingen hadden, maar nu komen er meer mensen uit de middenklasse binnen. Dit verklaart deels te stijging in de gemiddelde transactiewaarde. Veel producten zijn duurder, en soms bijna nieuw. Het gemeentelijke pandhuis in Den Haag bevestigt de trend die de commerciëlen zien. Naast Den Haag heeft ook Amsterdam een gemeentelijk pandhuis.
De pandhuizen zien een verband tussen de stijgende prijzen en het aantal klanten. Veel mensen zien verpanden als een noodgreep om de eindjes aan elkaar te knopen tijdens economisch zware tijden. Het Nibud wijst erop dat mensen die spullen verpanden geen schulden oplopen voor hun geld. Ze zijn immers niet verplicht om de spullen terug te kopen. Het instituut wijst wel op de risico’s van de hoge rente. Mensen die hun spullen wel terug willen, moeten een hogere rente betalen dan een bank zou vragen. Dit is vooral een probleem voor mensen die toch al krap bij kas zitten, en die de terugkoopkosten na een paar maanden niet kunnen betalen.