Premier Rutte is vandaag en morgen bezig met een bezoek aan Suriname. Hij is de eerste Nederlandse premier in 14 jaar die de voormalige kolonie bezoekt. Volgens RTL Nieuws zal de premier morgen een krans leggen bij Fort Zeelandia ter nagedachtenis aan de 15 slachtoffers van de Decembermoorden. Op 7,8 en 9 december 1982 liet toenmalig dictator Desi Bouterse een groep tegenstanders van zijn regime martellen en doodschieten in het fort bij Paramaribo. Bouterse, die in afwachting van zijn hoger beroep voor de krijgsraad vrij rondloopt, was geen voorstander van het staatsbezoek, en zei ”laat Rutte oprotten”. Bouterse is in Nederland al eens bij verstek veroordeeld tot 11 jaar gevangenisstraf voor drugssmokkel. In Suriname heeft hij na een lang proces 20 jaar gekregen voor de Decembermoorden, een veroordeling die hij nu dus aanvecht.
Nou is de stemming in de rest van Suriname niet optimaal voor een Nederlands staatsbezoek. Het land kampt met grote economische problemen, inflatie van 50 procent, en een verslechterende gezondheidszorg. Teveel gekwalificeerd zorgpersoneel zou vertrekken naar Nederland.
Bovendien bestaan ook onder het nieuwe leiderschap van de in 2020 verkozen president Chandrikapersad ”Chan” Santokhi zorgen over corruptie. Zo loopt er nu een procedure om de vrouw van de president uit de Raad van Commissarissen van de Staatsolie Maatschappij Suriname te verwijderen. Ook Leo Brunswijk, de broer van vicepresident Ronnie Brunswijk, was tot lid van die raad benoemd. Tegen hem loopt nu ook een vervangingsprocedure.
Tegen Leo Brunswijk lopen ook beschuldigingen van fraude bij een energiebedrijf. Hij zou onder andere zijn positie als interim-CEO hebben misbruikt om de bv Energiebedrijven Suriname voor 5 miljoen Surinaamse dollars aan schimmige aankopen te laten doen.
Dan zijn er nog de problemen rond het ”Diaspora Instituut Nederland”. Deze organisatie werd op 11 september 2021, precies een jaar geleden dus, gelanceerd door president Santokhi tijdens zijn staatsbezoek aan Nederland. Het doel van het instituut was om de banden tussen de Surinaamse diaspora in Nederland en Suriname zelf warm te houden en te ontwikkelen. Santokhi was onder meer van plan om investeringen uit de diaspora aan te trekken, als gedeeltelijk alternatief voor leningen van het Internationaal Monetair Fonds.
Voormalig CDA-Kamerlid Kathleen Ferrier zat in het bestuur als voorzitter. Zat, want het voltallige bestuur legde drie weken geleden het werk neer. Het bestuur erkende dat er al geruime tijd niets meer van de organisatie vernomen was, en schreef dat ”er een andere werkstructuur, een andere bestuursstructuur en een ander soort bestuur nodig zijn” om de voorgestelde doelen te verwezenlijken. Wat hierbij mee moet hebben gespeeld was dat het IMF tijdens heronderhandelingen niet akkoord ging met het inzetten van diasporakapitaal.
Ook klinken er in Surinaamse media stemmen die vanaf het begin sceptisch waren over het aanhalen van banden met de diaspora. In een redactioneel stuk in het Dagblad Suriname stond vorige maand: ”Wij hebben nooit geloofd in een diasporaverhaal en hebben zelfs aangegeven dat een Surinaamse diaspora niet bestaat, in de zin van een Joodse of en Guyanese diaspora”. De krant legt de schuld onder meer bij de (andere) media, die ”niet graag het goede nieuws van Suriname, zo die er te melden is, op de frontpage brengen”.
Voor een deel van de diaspora zou slecht nieuws juist bevestigend werken:
”Het is elke week raak. Surinaamse Nederlanders zijn verslaafd aan het slechte nieuws overzee. Elke week hebben ze dan de bevestiging dat ze er goed aan hebben gedaan om weg te gaan. Dus het slechte nieuws uit Suriname stelt gerust.”
”We kennen los van het verzenden van containers door stichtingen geen echte hulpinitiatieven vanuit Nederlanders met een Surinaamse achtergrond. We kennen geen deskundigen, we hebben geen investeerders uit die hoek die in groeisectoren willen investeren. Men wil meestal zelf geregeld worden en wil voorkeur boven anderen. Die weinigen die uiteindelijk toch hier over de vloer lopen, die maken er meestal een potje van: door Surinamers te kleineren en te beledigen en door link huis te houden met hun fees”.
Onder meer hierdoor, en door het uit elkaar groeien van Surinamers en Surinaamse Nederlanders, is het volgens de krant geen wonder dat initiatieven als het DIN niet van de grond komen.