De mensenrechtencommissaris van Azerbeidzjan heeft Armenië dinsdag in een statement beschuldigd van het leggen van mijnenvelden op Azerbeidzjaans grondgebied. Armeense troepen zouden afgelopen nacht mijnen hebben gelegd in de districten van Lachin, Kelbadjar, en Dashkesen, gebieden die tussen Armenië en de enclave Nagorno-Karabach liggen. De Azerbeidzjaanse president echode deze aantijging vanmiddag nog eens. Volgens de Armeense zijde is het juist Azerbeidzjan dat kort na middernacht begon te schieten, en verantwoordelijk is voor de huidige uitbraak van vijandigheden.
De Azerbeidzjaanse president, Ilham Aliyev, kan ondertussen bogen op steun van Ankara. De Turkse minister van Defensie heeft gesprekken gehad met zijn Azerbeidzjaanse tegenhanger, en Turkije zegt dat Armenië onmiddellijk moet stoppen met de provocaties. President Aliyev, die inmiddels sinds 2003 aan de macht is in Bakoe, kon tijdens de oorlog in 2020 ook rekenen op Turkse militaire en diplomatieke bijstand.
De Armeense premier, Nikol Pasjinian, is ondertussen ook bezig geweest steun te winnen voor zijn kant van het verhaal. Hij had telefoongesprekken met onder andere president Poetin en de Iraanse president Raisi. Die laatste benadrukte het belang van het openhouden van communicatie- en transportroutes tussen Armenië en Iran.
President Poetin zou nu een broos staakt-het-vuren hebben afgedwongen, en beide zijdes hebben opgeroepen tot kalmte. Er zou vandaag minder zijn gevochten dan vannacht, maar het is onduidelijk hoeveel geweervuur er nog wordt uitgewisseld.
De Armeense premier zei vanochtend dat er 49 Armeense soldaten om het leven zijn gekomen. Het Azerbeidzjaanse leger zou een grootschalig offensief hebben uitgevoerd langs de grens, en zou hierbij zowel militaire als burgerdoelen hebben geraakt. Ook zouden troepen hebben geprobeerd Armeens grondgebied binnen te trekken.
De EU Buitenlandcommissaris Josep Borell, en de Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken Anthony Blinken kwamen ook met een oproep tot de-escalatie. Dat de oproep was gericht aan beide strijdende partijen, zorgde voor woede onder Armeense Twitteraars. Die vinden dat Armenië in dit conflict moet worden gezien als het slachtoffer, en dat iedere oproep tot het neerleggen van de wapens aan het adres van Azerbeidzjan gericht moet zijn.
