Bij veel van de speeches die regeringsleiders deze dagen geven voor Algemene Vergadering van de Verenigde Naties klinkt de roep om hervorming van de Veiligheidsraad. De VN werd in 1945 opgericht door de overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, China en de Sovjet-Unie. Het doel was om door dialoog en gezamenlijke dialoog en samenwerking de internationale vrede te bewaren.
De VN is opgericht met het idee dat alle onafhankelijke staten gelijkwaardig zijn, maar de oprichters besloten toch om zichzelf een streepje voor te geven. De vijf grootmachten gaven zichzelf een permanente zetel in de Veiligheidsraad, met daarbij het vetorecht op beslissingen die de organisatie als geheel neemt.
Sindsdien is het vetorecht gebruikt om veroordelende resoluties tegen eigen acties of acties van bondgenoten te blokkeren. Het toetreden van nieuwe lidstaten kan worden geblokkeerd, evenals de benoeming van een persoon tot Secretaris-Generaal. Het sturen van VN-vredesmissies naar conflictgebieden kan worden tegengehouden, evenals het organiseren van sancties.
Naast de permanente leden bestaat de Veiligheidsraad uit 10 niet-permanente leden. Deze wisselen elkaar af, en zijn verdeeld in regionale groepen zodat ieder werelddeel vertegenwoordigd is. De niet-permanente leden hebben echter geen vetorecht.
Toen het vetorecht werd geïntroduceerd, bezaten Frankrijk en Groot-Brittannië nog het merendeel van Afrika en zuidelijk Azië. De Sovjet-Unie bezette Oost-Europa, en was op China en Brits-India na het grootste land op aarde. Er is sindsdien veel veranderd, en veel landen en analisten vinden dat de samenstelling van de Veiligheidsraad mee moet veranderen. Met name Afrikaanse staatshoofden roepen op tot een Afrikaanse permanente zetel.
Het is niet alsof er nog nooit wat veranderd is aan de Veiligheidsraad. Rusland erfde na 1991 de zetel die voor de Sovjet-Unie bedoeld was. De andere leden stemden in 1971 in met een wisseling van de vertegenwoordiging die de Chinese zetel in de Veiligheidsraad mocht leveren. De regering van de Republiek China, één van de oprichters, was in 1949 naar Taiwan gejaagd. Hoewel het grote vasteland in handen was van de communisten, zat de regering in Taiwan tot 1971 in de VN als vertegenwoordiger van heel China.
Het probleem is ook niet dat er geen bereidheid is om de Veiligheidsraad te veranderen. President Biden sprak tijdens zijn toespraak steun uit voor hervormingen, en president Zelensky wist zelfs al wie er uit de Veiligheidsraad gezet moest worden.
Het probleem is dat de huidige permanente leden, en veel andere lidstaten van de VN, het maar niet eens kunnen worden over de vraag hoe een hervorming er precies uit moet zien. Zo is niet duidelijk wie er recht moet hebben op een zetel. De aanname lijkt nog steeds dat het om een groot land moet gaan, met een omvangrijke economie. De Canadese politicoloog Anil Anand vat het zo samen:
”China steunt geen toetreding van Japan of India, Afrika kan het niet eens worden over één kandidaat, net zo min als de Arabieren, en hoewel de Britten en Fransen een Duitse toetreding zouden steunen, zouden de meeste anderen geen extra Europees land steunen.”
”Een gevoel van onrechtvaardigheid, verdenking, gebrek aan macht en frustratie heeft opkomende machten ertoe gedreven om hun invloed op andere manieren te laten gelden, wat bijdraagt aan de indruk dat de Algemene Vergadering in toenemende mate antiwesters is.”
Puur op basis van economische cijfers zouden Rusland, Frankrijk en Groot-Brittannië hun zetels op moeten geven voor Japan, India en Duitsland. Twee van deze landen waren bij de oprichting van de VN al geïndustrialiseerd, maar behoorden ook tot de verliezers. De VN werd juist opgericht om een herhaling van de Duitse en Japanse veroveringsoorlogen te voorkomen.
Misschien moeten er gewoon meer landen permanente zetels krijgen. Het aantal onafhankelijke staten is immers ook flink gegroeid sinds 1945, en waarom zou de permanente Veiligheidsraad uit maar 5 landen moeten bestaan? Misschien moet het vetorecht maar helemaal worden geschrapt? Hoe luid de roep om hervormingen ook klinkt, de lidstaten zullen het niet snel eens worden.