OPINIE
Ik was nog nooit op Ibiza en dat wil ik graag zo houden. Als ik in de Libelle de foto’s van stokoude bloemenkinderen zie die daar als uitgedroogde sprinkhanen neerstrijken, denk ik: een fatsoenlijk man als ik wil daar levend noch dood tussen gevonden worden. In de LINDA zag ik tot mijn verbijstering een reportage over vinex-juffrouwen die met Groupon het hippiegevoel van Ibiza ondergingen.
In de praktijk bleek dat een karaf sangria te behelzen en het dragen van een zeemleren jurk met slierten en cowboylaarzen. Zeg maar zoals de zangeres Cornelia Jacoba Witteman alias Vanessa er 40 jaar geleden bijliep. Neuken ho maar, terwijl dat mij juist de hele opzet lijkt van het notoire swingerseiland. Wat die vrije seks betreft: noem mij reactionair maar ik heb geen kracht meer om het normaal te vinden dat een man van mijn leeftijd stijf van de ketamine in een bilveter door een parenclub op Ibiza huppelt terwijl zijn hippieheksje wordt uitgewoond door een contingent stokoude, verbrande moffen uit Saksen-Anhalt.
Ondanks mijn allergie voor hippies had ik mij begin jaren zestig zonder noemenswaardige schaamte wellicht wel eventjes op Ibiza vertoond. Kunstbroeders Cor Vaandrager, Ceesje Nooteboom, Jan Cremer, Theo Kars, Hugo Claus, Harry Mulisch en Hans Sleutelaar maakten daar toen de boel onveilig, en natuurlijk de onvermijdelijke Simon Vinkenoog, die mij nog goed heeft gekend. Vaandrager, het grote voorbeeld van Jules Deelder, maakte destijds furore op Ibiza met het gedicht: Als de Chinezen / niet zo goed konden kezen / dan zouden er niet zoveel Chinezen wezen.
Misschien had ik vanwege het Ibiziaanse neukgebeuren destijds zelfs even meegesurft op die hippieshit maar de status van bobo (bourgeois bohême) had gezien mijn goede komaf meer voor de hand gelegen.
Nee, dan mijn Algarve. Het enige wat hier swingt zijn de incontinentieluiers aan de waslijn van de Nederlandse Club Algarve tijdens de maandelijkse vrijgezellenavond. Hippies hebben wij daarentegen in overvloed, maar dan niet de chique hippies van Ibiza, maar een pauper-versie daarvan. U kunt ze in het wild zien op de maandelijkse vlooienmarkt van Fuseta. Feira da sucata noemen inheemsen de markt geringschattend: schrootmarkt. Het is een fascinerende parade van het menselijk tekort: tandeloze zigeuners, in leggings gepropte tattoo-oma’s, uitgeteerde moffen met bandana’s, half gecremeerde Britten in bermuda’s en zwermen doorrookte macramé-tiepjes met verschrompelde levers.
Artikel gaat verder na afbeelding.
Eén keer per jaar wordt het strand van Fuseta helaas overspoeld door hippies, millennials en sneeuwvlokjes tijdens het Pé na Terra-festival: hippieshit met didgeridoedels, trommelaars, vuurspuwers, ranzige wiggers en opvallend veel lekkere Braziliaanse meisjes in minirokjes die tot het ochtendgloren lambada’s dansen. Dit jaar ging ik gekleed als Paraguayaanse indiaan en trok ik alle aandacht van de chicas. Vooruit, mijn Klukkluk-imitatie is culturele toe-eigening maar ik moet toch wat, op mijn ouwe dag.
Een andere hippie-magneet is de vlooienmarkt in gehucht Barão de São João in de westhoek van de Algarve. Die markt heeft een mythische aantrekkingskracht op vunzige holbewoners die sigaretten bietsen en rode polsdraadjes verkopen. In de woeste wouden rond het dorpje krioelt het van stinkhippies, grufties, crusties, wiggers, spierwitte rasta’s en andere antifa-achtige holbewoners met panfluiten en schurftige honden. Ze vegeteren in uitgewoonde caravans in het desolate gebied rond Barão de São João, in de westhoek van de Algarve.
Deze ‘bloemenkinderen’ zijn uiteraard ongewassen, bedelen, blowen en vreten uit. De minst luie wereldverbeteraars onder hen spugen vuur, jongleren of wassen autoraampjes bij stoplichten. Onbeschrijfelijk was mijn vreugde dan ook toen de Guarda Nacional Republicana (GNR) na mijn anonieme telefoontje besloot het openlijke drugsgebruik en de vrije seks (gewoon in de berm, net als het poepen) van de vogelverschrikkers en die intens smerige augiasstal eens duchtig aan te pakken. Het degoutant lillend vlees der fröbel-heksjes was sinds jaar en dag een steen des aanstoots voor inheemse boertjes én de politie. De epische schoonveegactie deed niet onder voor die van de mariniers op de Dam destijds. De oudere lezer weet dat ik refereer aan het schoonvegen van de Dam op 25 augustus 1970 door manschappen van het Korps Mariniers en de Koninklijke Marine.
Het Nationaal Monument was gedegenereerd tot een vunzige camping voor hippies – Damslapers in de volksmond – en de zeebonken vonden het hoog tijd om een grote schoonmaak te houden. Ik was toen 10 en zal ongetwijfeld de foto’s op de voorpagina van Trouw gezien hebben, maar mijn ontluikende geilheid hield me meer bezig dan de waan van de dag. Een paar jaar later vertoefde ik bij voorkeur tussen lieve hippies die mij Mateus Rosé, drugs en onbegrijpelijke muziek leerden te waarderen. Denk aan Ummagumma van Pink Floyd, Just a poke van Sweet Smoke en The Doughnut in Granny’s Greenhouse van de Bonzo Dog Doo-Dah Band. Toen ik punk werd, kreeg ik een bloedhekel aan die hippies want dat hoorde zo. De bloemenkinderen verwelkten mettertijd of transformeerden tot GroenLinks-boomers, zoals de gewezen Kabouter Roel Van Duijn.
Als ik iets heb geleerd in Portugal, is dat je de lokale zeden en gewoonten moet respecteren en vooral de smeris, want die spaart de roede niet. Ik was dan ook blij toen de GNR, de gevreesde Guarda Nacional Republicana, op een stralende zondag helemaal klaar was met met deze provocatie van de vieze hippies en holenmensen van Barão de São João, en de orde herstelde. Niet met een foei-gesprek, maar met de wapenstok. Daarom is het een aardig idee om onze GNR uit te lenen aan de narcostaatjes Amsterdam en Rotterdam. Dan is de inter-maghrebijnse drugsoorlog meteen voorbij en weet de fatsoenlijke, keihard werkende en belasting betalende burger weer dat de politie zijn beste vriend is.
En dan is hier weer les 4 van Don Raúlito’s serie Emigreren naar Spanje kan je leren, gratis en voor niks.
¡Hola estudiantes de la emigración! Mij werd veelvuldig gevraagd een beetje haast te maken met het lesprogramma. Omdat u klaarblijkelijk kláár bent met het leven in los Países Bajos en de drang om naar een betere wereld te verhuizen met de week groter wordt (dít en in niet mindere mate dít). Ik snap dat best dus wil ik vandaag beginnen met een nuttige website die de Spaanse overheid voor u in het leven heeft geroepen. Daar vindt u allemaal nuttige informatie over internationale bescherming en asiel en vooral ook over integratie.
Integratie in de Spaanse maatschappij wordt zéér belangrijk gevonden. Vandaar ook dat mijn echtgenote pas haar empadronamiento voor elkaar kreeg nadat zij met dertig Fatima’s een cursus “hoe om te gaan met huiselijk geweld en welke instanties zijn er om je te helpen” had bijgewoond, want Países Bajos zijn helemaal geen lid van de UE (Unión Europea). Tegenwerpingen dat Nederlandse politici zo dom waren geweest aan de wieg van het monster te staan mochten niet baten.
Dat integreren gaat het best door de taal te leren meent de gobierno Español en helemaal ongelijk hebben ze daar niet in. Vandaar dat deze site vol met informatie en tips alleen in het Castellano beschikbaar is. In een vorige les had ik jullie al aangemoedigd een taalcursus te gaan doen, nu zie je ook waarom. Niets, maar dan ook echt helemaal niets in Spanje zal je fatsoenlijk uitgelegd vinden in een andere taal dan één van de in Spanje gebruikte talen. Als wel, vertrouw wat je leest nooit. Google maakt er vaak een onbegrijpelijke brij van die voor velerlei interpretatie vatbaar is.
Overigens is dat asiel aanvragen binnen de EU als je vanuit een ander EU-land komt normaal gesproken kansloos, maar met wat er nu in jullie regeringspakket zit denk ik dat je een goede kans maakt als je bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een weigering van politiek asiel door een andere EU-lidstaat aanvecht. In dat geval móet Spanje, of Portugal for that matter, je opvangen. Ik zou het wel een giller vinden. De kans dat je serieus wordt genomen is aanzienlijk gestegen door het geklaag uit Ter Apel.
Bueno, genoeg geluld, spijkers met koppen nu. Integreren in Spanje, zó moet het.
Handig nietwaar? Twee vliegen in één klap, u leert de taal rapidamente èn u integreert gewoon aan de keukentafel. Hoewel dat integreren nog wel een dingetje kan worden nu blijkt dat in los Países Bajos in feite een cultuur bestaat die in geen enkele bananenrepubliek zou misstaan. En juist het idee van afglijden tot een bananenrepubliek doet de Iberiër rillen van afschuw.
Maar troost jullie, niet alleen in Nederland glijdt de bestaanstevredenheid met duizelingwekkende vaart naar de afgrond. Vanuit Parijs bereikte mij deze week een verzoek om uitleg omtrent het leven op het Iberisch schiereiland en de vraag of de bureaucratie die Frankrijk in een alles verstikkende houdgreep heeft hier nèt zo erg is. Nou nee, zó erg als in Frankrijk is het natuurlijk nergens anders op deze wereld. Er kan er per slot van rekening maar één de kampioen zijn. Op het gebied van lekker leven winnen wij Iberiërs als een ware Max Verstappen, met ruime voorsprong!
Volgende week gaan we wat dieper in op bureaucratie en wie het heeft uitgevonden. ¡Buen día a todos y hasta la próxima!
De in dit artikel geuite meningen en standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de meningen of standpunten van TPO.