Door: Jan Omvlee, TPO-
Israël en Libanon staan op het punt om een historische overeenkomst te sluiten over de exploitatie van gasvelden voor de kust ban beide landen. Er is nooit een overeenstemming bereikt over de precieze grens tussen de economische wateren van de staten, en de gasvoorraden daaronder. Bemiddeling van de Verenigde Staten lijkt nu toch tot een doorbraak te leiden. Libanon erkent Israël niet, en dat maakt directe onderhandelingen moeilijk.
Israël erkent het betwiste stuk zee nu als behorend tot de economische wateren van Libanon. Libanon krijgt het recht om het Kana-gasveld te ontwikkelen. Het zuidelijke stuk van dat gasveld ligt binnen wateren die nu door beide landen als Israëlisch zullen worden erkend. Hiervoor ontvangt Israël vervolgens een deel van de opbrengsten van het Libanese veld. Israël zal een overeenkomst sluiten met het gasconcern dat de Libanese exploitatie uitvoert, en dat wordt geleid door het Franse Total. Dit concern betaalt vervolgens een vergoeding aan Tel Aviv.
De hoeveelheid gas in het Kana-veld is echter nog onbekend, en het kan nog niet gezegd worden hoeveel inkomsten Israël en Libanon hiervoor zullen ontvangen. De onderhandelingen lijken echter de goede kant op te zijn gegaan, met tussenkomst van de Amerikaanse gezant Amos Hochstein.
Een ander gasveld, Karish genaamd, zou onder de overeenkomst wel geheel in Israëlische wateren liggen. Dit gasveld werd ook deels door Libanon geclaimd, maar lijkt nu te worden erkend als volledig in Israëlische wateren liggend.
Israël wil al 10 jaar lang met deze gaswinning beginnen. Het liep echter tegen het probleem aan dat de Libanese Hezbollah dreigde om de gaswinning te verstoren. De sjiitische militante organisatie beschikt nog altijd over een arsenaal raketten, en kan hiermee de exploitatie saboteren. Hezbollah-leider Hassan Nasrallah heeft hier in het verleden dan ook mee gedreigd, als de Libanese belangen door Israël zouden worden geschonden.
Nasrallah laat nu een ander geluid horen, en spreekt zich positief uit over de mogelijkheid van een deal. Volgens hem is het belangrijk dat Libanon van de eigen natuurlijke rijkdommen gebruik gaat maken, gezien de zware economische omstandigheden waarin het land verkeert.
Ook de Israëlische interim-premier Yaïr Lapid is positief, en stelt dat de economische belangen en veiligheidsbelangen van Israël zijn gediend met de afspraken. Ook stelt hij dat Hezbollah en Libanon minder afhankelijk zullen zijn van Iraanse invloeden, als ze hun eigen energievoorraden kunnen benutten.
En die energie is hard nodig in Libanon. Het land verkeert al jaren in een diepe economische crisis, en de meeste Libanezen zijn maar een paar uur per dag verzekerd van stroom. De gasvoorraden, hoe groot ze ook blijken te zijn, zullen een zeldzame opsteker zijn.
Maar er zijn ook critici. De Israëlische parlementsverkiezing staat gepland voor 1 november, en alles wat er nu in het land gebeurt zal invloed hebben op de campagne. Likoed-leider Benjamin Netanyahu heeft zich al uitgesproken tegen de onderhandelingen van zijn rivaal Lapid. Netanyahu stelt dat Israël teveel toegeeft aan Libanon, en dat Lapid zich ”overgeeft aan dreigementen van Hezbollah.”
Daarnaast stelt Netanyahu dat de interim-regering van Lapid helemaal het mandaat niet heeft om grondgebied en grondstoffen weg te geven aan een vijandelijke staat. Zo’n beslissing zou alleen genomen kunnen worden door een nieuwe regering. De Likoed-partij staat in de peilingen bovenaan, en Netanyahu hoopt zelf weer premier te kunnen worden.
Volgens The Times of Israël sloeg Lapid op sociale media terug richting Netanyahu, die volgens hem in 10 jaar tijd er niet in was geslaagd om een deal met Libanon te sluiten. Lapid vraagt zijn rivaal nu om ”ten minste de Israëlische veiligheidsbelangen niet te schaden, en Hezbollah niet te helpen met onverantwoordelijke boodschappen.”