Door: Jan Omvlee, TPO- Johan Remkes presenteert vanmiddag zijn bevindingen, na maanden van overleg met boeren, natuurorganisaties en overheden over de stikstofreducties. zegt dat het vertrouwen tussen de verschillende partijen nog niet is gerepareerd. Hij spreekt van een ”stevige vertrouwenscrisis”, maar gelooft dat een betere aanpak van de stikstofcrisis mogelijk is.
Tekst gaat verder na de video
Remkes spreekt over de ”dieper liggende bron” achter de emoties en woede die hij bij agrariërs heeft ervaren. Volgens hem vinden veel boeren ook dat er iets moet veranderen, en is er geen boer die niet om de natuur geeft. Maar veel boeren vinden dat zij als enige in het ”verdomhoekje” worden gezet. Remkes noemt ook het zwalkend beleid waar veel boeren mee te maken hebben gekregen, zoals het afschaffen van de melkquota. ”Dit soort voorbeelden voeden het beeld dat de overheid niet meer naast, maar tegenover hen staat.”
Daarnaast noemt Remkes ”een breder sentiment, dat moeilijk onder woorden te brengen is.” ”Mensen ervaren een groeiend verschil tussen stad en platteland, niet alleen in culturele waarden, maar ook in economische positie en kansen.”
”De manier waarop in politiek, media, en culturele voorhoede over het platteland wordt gesproken, ervaart men als een steen des aanstoots.” Remkes zegt dit sentiment uit eigen ervaring te kunnen beamen.
Remkes argumenteert in zijn rapport dat een transitie in de landbouw nodig is. De stikstofdoelen moeten en kunnen gehaald worden, mits iedereen de schouders eronder zet. Hij noemt de transitie in de jaren ’70 als een periode waarin de landbouw grote stappen heeft gezet, die toen hebben geleid tot een periode van groei. ”boeren hebben en houden een belangrijke verantwoordelijkheid voor onze nationale voedselvoorziening en export.” Remkes benadrukt wel dat ”niet alles overal kan.” Ook de landbouw zal binnen de eisen die binnen de bodem- natuur- klimaat- en dierenbescherming gelden, moeten blijven.
Remkes zegt dat maatregelen voor de stikstofreductie veel te lang vooruit zijn geschoven, en daar moet verandering in komen. Ook veel ”inhoudelijk betere plannen” vanuit de boeren zullen hierbij ingewilligd moeten worden.
Nederland heeft zich verplicht om aan natuurbescherming te doen, ook voor verschillende plantensoorten die slecht tegen stikstof kunnen. ”In een groot deel van de Nederlandse natuurgebieden is nu veel te veel stikstof.” Ongeveer 40 procent hiervan komt uit de landbouw. ”Uit juridische regels volgt dat we niets mogen vergunnen, als we niet zeker weten dat de natuur er niet door verslechterd.” De juridische routes om hier onderuit te komen, hebben volgens Remkes inmiddels gefaald, waardoor stikstofreductie de enige overgebleven optie is. Er moet op korte termijn een snelle daling in de uitstoot komen, en op de langere termijn een ”dalende lijn” in de uitstoot.
Remkes benadrukt dat ook de industrie, de mobiliteit en de bouw een grote bijdrage moeten gaan leveren aan de reducties, en niet alleen de landbouw. Nederland moet van het slot af.
Veel van de wensen van de agrarische partijen zijn volgens Remkes realistisch, en neemt veel van hun aanbevelingen op in het rapport.
De ”kritische depositiewaarde” moet normaal worden gebruikt, en niet ”heilig verklaard.”
De doelen en de jaartallen: Goed en stevig beginnen is belangrijker dan precies op tijd te eindigen. Remkes zegt dat het verstandig is om vooralsnog vast te houden aan 2030 als doelstelling, maar zegt ook dat ”niemand aan het onmogelijke gehouden kan worden.” In 2025 en 2028 moet het tijdspad nog eens worden bekeken.
Remkes zegt dat de ”stikstofkaart” van tafel moet, omdat het geen ruimte laat voor nuanceringen en meer kwaad dan goed doet. Er moeten nieuwe regionale, integrale kaarten komen.
Remkes zegt dat innovatie ”geen wondermiddel” is, maar dat de overheid met een ”nationaal innovatieprogramma” moet komen.
Remkes zegt dat er voor het beleid geen ”goede routes” meer open zijn. De ”minst kwade” route houdt ook in dat ongeveer 500 ”piek uitstoters” gericht worden uitgekocht.
De omvang van de Nederlandse landbouw mag dan de komende jaren af gaan nemen, maar de export zal blijven. Er moet ook ruimte zijn voor nieuwe vormen van landbouw, in het kader van de eiwittransitie. ”Ik sta een proces voor wat boeren de tijd geeft om zelf de keuze te maken.” ”Er moet in dit proces altijd oog zijn voor de menselijke maat, en rechtsbescherming moet worden gegarandeerd.”
Het is ook belangrijk dat de overheid ”een integraal vraagstuk ook integraal aanstuurt.” Ook hier doet Remkes aanbevelingen voor. In zijn ogen moet het overleg uitmonden in een landbouwakkoord. Hij zegt van harte te hopen dat de verhoudingen tussen de sector, politiek en maatschappij kunnen worden hersteld.
Remkes sluit af met een oproep. Aan het kabinet vraagt hij om in te zien dat een andere en betere koers nodig is. Hij noemt het rapport een ”welkomstgeschenk” voor de nieuwe minister van Landbouw. Aan de agrarische sector doet Remkes de oproep om weer samen aan de overlegtafel te gaan zitten, en met één mond te spreken.
Minister Van der Wal zegt in een reactie dat boeren een beter perspectief moeten krijgen, en dat het goed is om ”de kaart” van tafel te halen.