Door: Jan Omvlee, TPO- Er komen steeds meer berichten uit Rusland die suggereren dat het Kremlin de financiering van de mobilisatie aan de regionale overheden overlaat. Volgens een analyse van het ISW lijkt het erop dat de financiële lasten op creatieve manieren gedragen moeten worden.
Zo heeft de deelrepubliek van Mari El ondernemers de opdracht gegeven om 1 procent van hun omzet te doneren voor het betalen van gemobiliseerd personeel. Ondernemers die niet mee willen werken, zouden het dreigement hebben gekregen dat hun werknemers gemobiliseerd zullen worden. In Krasnodar Krai moesten werknemers in de publieke sector ”vrijwillig” een dagloon inleveren voor de maand oktober. Ook dit geld zou voor de mobilisatie bestemd zijn. In de oblast Omsk heeft de gouverneur aangegeven dat de lokale overheid al diep in het rood zit, en er geen geld is om gemobiliseerde inwoners te betalen.
In de oblast Moskou zou de gouverneur zijn inwoners ervan verzekerd hebben dat de lokale overheid genoeg uitrustingen had gekocht voor alle gemobiliseerde mannen. Het lijkt er sterkt op dat ook hier niet de federale overheid, en het ministerie van Defensie, maar de regio zelf verantwoordelijk is voor de kosten van de operatie.
Afgelopen woensdag kwam al een video naar buiten, waarin Russische rekruten protesteerden tegen de condities waaronder ze leefden. Ze zouden met ongeveer 500 man naar Belgorod gestuurd zijn, vlakbij de grens met Oekraïne. Ze hadden wapens gekregen die eigenlijk afgeschreven waren, en werden vernederd door hun officieren. Voedsel en kleding moesten ze zelf regelen, en slapen deden ze al dagen buiten. De mannen kunnen niet veel training hebben gehad sinds Poetin op 21 september de mobilisatie aankondigde.
Over President Poetin gesproken, die is vandaag jarig. Hij is 70 jaar geworden. De organisatie Reporters without Borders ”viert” dit door zijn prestaties op het gebied van het onderdrukken van de vrije pers op een rijtje te zetten. In 22 jaar zijn er zeker 37 journalisten gedood vanwege hun werk, minstens 19 gevangengezet, en zijn 183 journalistieke organisaties als ”buitenlandse agenten” bestempeld.