OPINIE
En zo gebeurde het dat ik van de week vijfenzestig jaar oud werd. Ik krijg nu zelfs pensioengeld van de Belgische staat. Het is negenhonderd euro per maand. Dat is natuurlijk te weinig om daarvan drie kamelen, een Porsche Panamera, een halve kilo zemelen, een boek van Lucas Rijneveld, en een megafoon van te kopen. Door de megafoon zou ik roepen: ‘Dit is niet m’n eigen megafoon, ik heb ‘m geleend van Jort Kelder, die veel geld heeft!’
Hoe dan ook, een vijfenzestigste verjaardag moet gevierd worden. Hoe gebeurde dat in mijn geval? Door een nieuwe roman te publiceren over de tijd dat ik vijftien was (getiteld Theet 77). Door rond te bazuinen dat ik veertig jaar in het literaire vak zit. Door te wachten op de baby die m’n zwangere vriendin ons in maart zal schenken.
Zo’n baby zal poen kosten, en zoals gezegd is m’n pensioengeld niet toereikend, en zet ik m’n werkzaamheden door, in plaats van op m’n lamme kloten in een hangmat te gaan liggen. Niet alleen zal ik verderschrijven als een gek, tevens zal ik niet ophouden met schilderen, teneinde m’n kladderwerkjes te verkopen aan om het even welke idioot die tienduizend euro per schilderij wil betalen.
M’n specialisme is het portret. Ik heb zeer minitieuze portretten gemaakt van onder meer Sander Schimmelpenninckx, Carice van Houten, Matthijs van Nieuwkerk, Patty Brard, Johnny de Mol, en Welmoed Sijtsma. Met z’n allen betaalden ze mij tienduizend euro voor hun portret, en alleen Patty Brard was niet erg tevreden. Ze zei tegen mij: ‘Je hebt me afgebeeld als ben ik een vette koe.’ ‘Maar Patty,’ zei ik, ‘je bént een vette koe, wat zou je willen. En betaal mij nu m’n tienduizend euro of ik stuur iemand van de mij bevriende Turkse maffia op je af.’ En ja hoor, ze betaalde.
Praktisch iedereen heeft schrik voor de mij bevriende Turkse maffia. Terecht, want Houssein, Muharem, Ramazan, Abdullah, Resul, en Bevlap zijn geen minne geweldenaars. Bevlap is de enige vrouw onder hen, en wat voor één! Ze is jong, mooi, intelligent, en ze kan met één kogel allebei je knieën doorboren. Ik spreek haar dan ook beleefd aan met ‘Mevrouw Pörnek’. Ze stamt uit het aloude Pörnek-geslacht, waarvan een aantal nakomelingen mee aan de basis lag van de stichting van de Turkse democratie. Daar wil Bevlap verder niks over vertellen, want ze heeft geheimhouding gezworen.
Hoe dan ook ben ik blij dat ik een aantal vrienden heb in een gemeenschap, die cultureel weliswaar mijlenver afstaat van mijn eigen gemeenschap, maar toch staat dit niet onze vriendschap in de weg. Als cadeau voor m’n vijfenzestigste verjaardag heeft de Turkse maffia me een slabbetje voor de toekomstige baby geschonken, en er staat op: ‘Galatasary forever!’, want deze Istanbulse club is de favoriet van m’n Turkse vrienden.
Ik heb echter vooral Vlaamse en Nederlandse vrienden. Die hebben me ook allemaal cadeau’s gegeven. Zo kreeg ik een pot augurken van Astrid Joosten, een nagelknipper van Bart Peeters, een boksbal van Sherma Rouse, een abonnement op De Telegraaf van André van Duin, een zwabber van Philippe Geubels, en nog veel meer cadeau’s,. Je wordt immers maar één keer vijfenzestig.
Weet je wat ook zo leuk is aan deze leeftijd? Dat je je kunt beginnen gedragen als een oude man, die de hele wereld vervloekt, die zich van niks nog een reet aantrekt, en die kwansuis een ziekenhuis binnenloopt, naar de dienst Oncologie wandelt, en daar op de longafdeling een sigaret opsteekt. Verder kan m’n leeftijd mij vierkant gestolen worden, en ik ben van plan om godverdomme honderd te worden.
De in dit artikel geuite meningen en standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de meningen of standpunten van TPO.