Door: Jan Omvlee, TPO- Volgens een nieuw rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft het kabinet te weinig gemonitord en geëvalueerd omtrent het effect van de coronamaatregelen. Het rapport, over de periode van september 2020 tot juli 2021, neemt een aantal coronamaatregelen onder de loep. Ook is gekeken naar de aanpak van het vaccinatieprogramma.
Volgens de OVV was van tevoren het effect van een aantal maatregelen onzeker, en is naderhand moeilijk te zeggen welk effect ze hebben gehad. Het gaat hierbij met name om de avondklok, de mondkapjesplicht, en het sluiten van het onderwijs. De OVV adviseert het kabinet om ”meer kennis op te bouwen over de effecten van coronamaatregelen, zodat het kabinet bij nieuwe oplevingen van het coronavirus of toekomstige pandemieën betere afwegingen over maatregelen kan maken.”
Wat de vaccinatiecampagne betreft, merkt de Raad op dat het kabinet deels afweek van het advies van de Gezondheidsraad, om vooral eerst ouderen en mensen met medische risico’s te vaccineren. Het kabinet verkoos om eerst medewerkers in de langdurige zorg te vaccineren, en daarna medisch-kwetsbare groepen. Deze laatsten voelden zich hierdoor deels achtergesteld, en sommige kwetsbaren kwamen niet in aanmerking voor vaccinaties bij de eerste rondes.
Volgens de OVV was de rolverdeling tussen het kabinet als besluitvormer en de experts als adviseurs niet altijd even duidelijk. Zo ging het kabinet aanvankelijk mee in een negaties advies van het OMT over de mondkapjesplicht, maar komt men hier later op terug onder politieke druk.
Volgens de OVV was het kabinet veel te star over de verwachte effecten van de avondklok. Deze effecten waren eigenlijk veel onzekerder, maar het kabinet wilde vast houden aan de strategie. Dat het kabinet de avondklok vervolgens langer in stand hield, terwijl eerder was gezegd dat deze weer snel afgeschaft zou worden, hielp ook niet voor het draagvlak.
Ook had het kabinet eigenlijk achteraf onderzoek moeten laten doen naar het effect van de maatregelen. Dat dit niet is gedaan, betekent dat er onzekerheid blijft bestaan over de effectiviteit.