BRUSSEL, 13 oktober (Reuters) – EU-bedrijven mogen hoofddoeken verbieden zolang het gaat om een algemeen verbod dat niet discriminerend is voor werknemers, aldus het hoogste Europese gerechtshof op donderdag, de laatste uitspraak over een kwestie die Europa al jaren verdeelt.
De zaak betrof een moslima die te horen kreeg dat ze geen hoofddoek mocht dragen toen ze solliciteerde naar een stage van zes weken bij een Belgisch bedrijf.
Het bedrijf verklaarde dat het een neutraliteitsregel hanteert, wat betekent dat in zijn gebouwen geen hoofdbedekking is toegestaan, of het nu gaat om een pet, een muts of een sjaal. De vrouw legde haar grief voor aan een Belgische rechtbank, die vervolgens het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) om advies vroeg.
Volgens het HvJEU in Luxemburg mag een dergelijk verbod geen directe discriminatie inhouden.
“De interne regel van een onderneming die het zichtbaar dragen van religieuze, filosofische of spirituele tekens verbiedt, vormt geen directe discriminatie indien zij algemeen en ongedifferentieerd op alle werknemers wordt toegepast”, aldus de rechters.
Het HvJEU heeft vorig jaar gezegd dat EU-bedrijven onder bepaalde voorwaarden kunnen verbieden dat werknemers een hoofddoek dragen, als zij dat nodig hebben om bij hun klanten een neutraal beeld te creëren.
In Duitsland is een hoofddoekverbod voor vrouwen op het werk al jaren omstreden, vooral voor aankomende leraren op openbare scholen en rechters in opleiding.
Frankrijk, waar de grootste moslimminderheid van Europa woont, verbood in 2004 het dragen van islamitische hoofddoeken in staatsscholen.
