OPINIE
M’n nieuwe roman, Theet 77, is een enorm succes. Er zijn al 16.547 exemplaren van over de toonbank gegaan, en de teller slaat nog steeds op hol. Bovendien zijn er reeds lezers gesignaleerd die het boek compleet gedegusteerd hebben, en hun bewondering niet onder stoelen of banken steken.
Zo kreeg ik een whatsappbericht van m’n grote bewonderaar Carice van Houten, die schreef: “Herman baby, Theet 77 is top. Wat een superroman! Ik werd er opgewonden, geil en hitsig van.” Ja, die goeie ouwe Carice weet hoe ze iemand een hart onder de riem moet steken.
Uiteraard heb ik dank zij Theet 77 ook vele interviews mogen geven, en in de meeste daarvan zei ik dat ik thans een literaire rustperiode in acht zal houden, waarin voorlopig geen volgend boek van m’n hand zal verschijnen, temeer omdat m’n vriendin Lena binnenkort een tijdrovende baby zal krijgen, en omdat ik volop bezig ben met de aankoop van een nieuw huis, en en omdat het maar ‘ns moet ophouden dat ik om de zes maanden alwéér een roman aan de openbaarheid prijsgeef.
Doch het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en daarom ben ik tóch weer begonnen aan een op stapel staande roman, getiteld In Het Volle Daglicht Haalde Ik Opgelucht Adem, en handelend over de periode vanaf de bankencrisis in 2008 tot en met nu, de dag waarop Poetin, volgens een Russische dubbelspion, achter een struik heeft zitten schijten en geen wc-papier op zak had.
Tja, die bankencrisis, die hakte er niet minnetjes in. De Dow Jones maakte een diepe val, de beurs kleurde zo rood als de aambeien van Patty Brard, beleggingen werden dood papier, en wie wat spaargeld had, die kon net zo lief een puist achter z’n oor hebben.
Zelf ontsnapte ik aan de devaluering doordat ik m’n geld in 2006 belegd had in goudstaven. En niet zomaar goud, maar wel degelijk Zambiaans goud. Je moet immers mederekenen dat in Zambia de beste goudmijnen ter wereld zijn. Weliswaar worden de ruwe goudklompen opgedolven door acht à tienjarige kindertjes, maar ja, als ze geen goudklompen opdolven, zouden ze toch zomaar wat rondhangen, op veel te jonge leeftijd joints liggen paffen, en de wijven lastigvallen. Vergeet niet dat in Zambia het onderwijs voor jonge kinderen een lachertje is. Het leslokaal is meestal een strooien hut, de onderwijzer is de plaatselijke dorpsgek, en de cursussen zijn gedrukt op ezelshuid met een drukpers die in 1932 werd afgekeurd in Duitsland, en per sloep naar Zambia werd verscheept.
Hoe dan ook heb ik in 2013, toen de crisis definitief voorbij was, m’n goudstaven weder verkocht, met 239% winst. Van het gewonnen geld heb ik 15% procent aan goede doelen gegeven, ondermeer Stichting Aap, het Rode Kruis, Amnesty International, en de vereniging die ijvert voor beter onderwijs in bepaalde Afrikaande landen.
Ook met de rest van m’n rijkdom ben ik gul. Ik betaal m’n poetsvrouw honderd euro per week, ik heb voor m’n broer een splinternieuwe kruiwagen gekocht, waarmee hij z’n overtollige bakstenen naar het containerpark kan brengen, ik heb voor de komende baby van mij en m’n vriendin Lena reeds een sjieke tweedehandswieg, een dozijn prachtige hansoppen, en een lekker smakende bijtring aangeschaft, en ik schenk geregeld centen aan bedelaars op straat, alsmede aan op pleinen jengelende muzikanten, en aan rondtrekkende zigeuners.
Zo gooide ik gisteren nog een halve euro in de hoed van een gozer die in de Kasteellaan op een luit stond te spelen, hierbij een Middeleeuws lied zingend op zo’n luide toon dat alle kraaien uit de bomen wegvluchtten. Dat zal allemaal verwerkt worden in de nieuwe roman die ik eerst niet zou gaan schrijven, maar nu wel.
Hopelijk wordt het een even grote bestseller als Theet 77, dat voorlopig eerlijkgezegd het beste boek van dit decennium is.
De in dit artikel geuite meningen en standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de meningen of standpunten van TPO.