Door: Jan Omvlee, TPO- De nabestaanden van twee Nederlandse militairen die in 2016 om het leven kwamen tijdens de missie in Mali, vragen premier Mark Rutte in een brief om hulp bij het onderzoek. Dat schrijft het AD. Soldaat der eerste klasse Henry Hoving (29) en korporaal Kevin Roggeveld (24), beiden Groningers, kwamen om het leven toen de mortier waarmee ze een schietoefening deden tot ontploffing kwam. Een derde militair raakte lichtgewond.
Zes jaar na dato zitten de families van de twee militairen nogsteeds met vragen. Zo bleek afgelopen zomer na onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat Defensie, het OM, en de Koninklijke Marechaussee wisten dat achterstallig onderhoud de oorzaak was van het ongeluk.
Door vocht en warmte waren de ontstekingsmechanismes van de mortiergranaten instabiel geworden, en konden deze plotseling ontploffen. De nabestaanden spraken van ”een doofpot tot op het hoogste niveau van Defensie”. Ze wilden dat het OM Defensie zou vervolgen. Het OM besloot uiteindelijk om niemand strafrechtelijk te vervolgen.
De nabestaanden vragen van premier Rutte nu alsnog steun voor een onafhankelijk onderzoek naar de fouten die zijn gemaakt, en de verantwoordelijkheid daarvoor. De nabestaanden zeggen niet te weten bij welke instantie ze nog om hulp kunnen vragen, dus richten ze zich maar direct tot de premier.
Nederland nam van 2014 tot 2019 grootschalig deel aan de MINUSMA-missie in Mali. Die missie moet onder VN-vlag bijdragen aan het stabiliseren van Mali. Dat land was in 2012 terechtgekomen in snel escalerend conflict tussen de centrale overheid, Toeareg-rebellen en jihadisten. Frankrijk en de regionale samenwerkingsorganisatie ECOWAS grepen vervolgens in, waarna een lange lijs landen ordetroepen en adviseurs leverde.
Nederland heeft volgens Defensie op het moment nog een aantal militairen en functionarissen in Mali, die daar helpen met verschillende missies in VN- en EU-verband. Voor MINUSMA zitten er nog ongeveer 12 officieren, agenten en leden van de Marechaussee in Mali.
