Door: Jan Omvlee, TPO- Het kabinet heeft besloten om 12 Nederlandse vrouwen op te halen die vastzitten in Syrië, dat schrijven de betrokken ministers in een beslisnota. nadat ze zich hadden aangesloten bij Islamitische Staat, waren de vrouwen terechtgekomen in vluchtelingenkampen. De vrouwen zullen na hun aankomst worden aangehouden en berecht. Zo moet worden voorkomen dat ze straffeloos in Syrië blijven zitten.
Volgens ministers Yesilgöz (Justitie en Veiligheid) en Hoekstra (Buitenlandse Zaken) zullen ook de 28 kinderen van de vrouwen naar Nederland komen. Deze kinderen worden overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming.
De ministers wijzen in hun nota op een uitspraak van de rechtbank in Rotterdam van 11 mei 2022. De rechter zei in die uitspraak concrete toezeggingen van het kabinet te willen zien over het streven naar repatriëring. Het kabinet zag ”na een zorgvuldige voorbereidingsperiode” een mogelijkheid tot repatriatie ”door middel van een speciale operatie”.
Islamitische Staat veroverde tijdens de Syrische Burgeroorlog grote stukken grond, en stak ook de grens met het naburige Irak over. In beide landen verwierf de organisatie steun onder delen van de soennitische bevolking. De mensenrechtenschendingen van IS, zoals massaexecuties en het herinvoeren van de slavernij, zorgden er mede voor dat een internationale coalitie van regionale en westerse landen ingreep. In 2017 namen Syrisch-Koerdische strijders, gesteund door de VS en anderen, de IS-hoofdstad Raqqa in.
IS werd uiteindelijk teruggedrongen tot een paar kleine dorpjes in de Syrische woestijn. De vrouwen die tussen 2014 en 2017 naar Syrië waren gereisd, om zich aan te sluiten bij de jihadisten, bleven achter in door Koerden en Irakezen bewaakte kampen.
