Door: Jan Omvlee, TPO- Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft een nieuw rapport over de stand van de integratie in de Nederlandse samenleving. De samenvatting is hier te vinden, met rechtsboven de PDF voor het hele rapport.
De Nederlandse bevolking telt nu 17,6 miljoen mensen, waarvan 2,6 miljoen in het buitenland zijn geboren, en groeit bijna uitsluitend nog door immigratie. In 2020 kwam de bevolkingsgroei geheel door het positieve migratiesaldo. Door corona gingen er in dat jaar net zoveel mensen dood als er werden geboren. De natuurlijke aanwas krimpt al jaren, en was in 2021 ook weer lager dan in de jaren voor het begin van de coronacrisis.
Het CBS maakt onderscheid tussen een aantal groepen herkomstlanden. In de categorie ”nieuwe EU-landen” staat Polen steevast aan kop als het om het aantal emigranten naar Nederland gaat. Syrië is nog steeds het land waar de meeste vluchtelingen vandaan komen die zich in Ter Apel melden. Van de ”traditionele” grote herkomstlanden is Turkije momenteel het land met de meeste migratie naar Nederland.
Het CBS maakt onderscheid tussen kennismigranten en overige arbeidsmigratie, en volgt voor de definitie van kennismigrant de IND. Het CBS merkt op dat er steeds meer kennismigranten uit Turkije naar Nederland komen, terwijl kennismigratie uit Marokko en Suriname ”nog nauwelijks een rol van betekenis” speelt. Ook Iran heeft relatief veel hoogopgeleide emigranten, zowel in de eerste als tweede generatie. Immigranten uit landen buiten Europa wonen in Nederland relatief vaak in de grote stad. Immigranten uit nieuwe EU-landen, of nieuwe vluchtelingenlanden wonen juist meer verspreid over het land.
Het aandeel van leerlingen met een Buiten-Europese herkomst in het hoger onderwijs is de afgelopen tien jaar gestegen, al is deze groep nog steeds ondervertegenwoordigd. Hbo- en universitaire studenten uit migrantengezinnen kiezen relatief vaak voor een opleiding in de studierichting Recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening. Mbo-studenten met een migratieachtergrond kiezen het vaakst voor de sector Economie, en technische opleidingen zijn minder populair dan bij Mbo’ers met een Nederlandse herkomst.
De criminaliteit, en het aandeel mensen dat aangeeft slachtoffer te zijn van criminaliteit, neemt al jaren af. Het CBS merkt op dat vooral mannen met een Nederlands-Caribische of Marokkaanse herkomst relatief sterk zijn oververtegenwoordigd in de criminaliteitscijfers. De Indonesische herkomstgroep is juist ondervertegenwoordigd.
Niet alle gezondheidsproblemen zijn gelijk verdeeld. Turkse Nederlanders roken relatief het vaakst, terwijl Marokkaanse Nederlanders juist het minst roken. Turkse en Marokkaanse Nederlanders gebruiken zowel het vaakst antipsychotica als antidepressiva. Surinaamse en Nederlands-Caribische mensen hebben relatief vaak specialistische ggz-hulp nodig.
Er is onderzoek gedaan naar ziekenhuisopnames aan het begin van de coronacrisis. Mensen met een Marokkaanse, Turkse of Surinaamse herkomst hadden in 2020 een relatief groot risico om opgenomen te worden in het ziekenhuis met corona. Volgens het CBS speelden verschillende factoren hierbij een rol, zoals de lagere welvaart en de grotere huishoudens in relatief kleine woningen. Deze factoren verklaarder echter niet alle verschillen tussen de migrantengemeenschappen en de bevolking met een Nederlandse herkomst, en verder onderzoek blijft nodig. Over verschillen in de vaccinatiegraad, of verschillen in de effectiviteit van vaccinaties tussen bevolkingsgroepen kan met het huidige onderzoek nog niets worden gezegd.