Door: Jan Omvlee, TPO- Er is te weinig aandacht voor de groeiende voedingsbodem onder extremistisch geweld in Noord-Nederland. Dat is de conclusie van een nieuw onderzoek naar gewelddadige incidenten in de Noordelijke provincies de afgelopen jaar, uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen. Dat onderzoek wordt woensdag gepubliceerd.
Sinds 2018 komt jaarlijks landelijk de helft van dergelijke incidenten voort uit anti-overheidsdenken. De aanpak van radicalisering en extremisme is echter nog te veel gericht op jihadisme, extreemlinks en extreemrechts, en mist daardoor veel nuance.
De onderzoekers wijzen volgens NRC naar onder meer geweld bij demonstraties tegen het stikstofbeleid. Zo ramde een boer met zijn trekker de deur van het provinciehuis in Groningen. Meer plattelandsdossiers zorgen voor onrust, zoals het plaatsen van windmolenparken en asielzoekerscentra. Hoewel er in het Noorden sprake is van rond de 10 extremistische incidenten per jaar, bespeuren de onderzoekers tussen 2014 en 2022 wel een ”stijgende lijn”.
Ook is er sprake van een ”breed anti-Randstedelijk sentiment” onder Noordelingen, waardoor de regio een voedingsbodem biedt voor mogelijk extremisme. Ook is er een ”kruisbestuiving” tussen lokale kwesties en extreemrechts. Veel anti-overheidsgevoelens zouden bovendien als ”eigen” aan de Noordelijke samenleving worden gezien, waardoor professionals die zich bezighouden met radicalisering er minder oog voor hebben.
Om dit probleem aan te pakken adviseren de onderzoekers dat er meer moet worden gedaan aan de regionale samenwerking door overheden en hulpdiensten. Ook moet er meer (bij)scholing komen voor ambtenaren en op het gebied van online extremisme en nieuwe vormen van extremisme.
