Door: Jan Omvlee, TPO- De Rabobank heeft onderzoek gedaan naar een trend die zeker niet vandaag of gisteren begonnen is. Randstedelingen trekken in steeds grotere getalen naar het platteland. Ze doen dit volgens de bank niet zozeer voor de rust, maar vanwege de relatief betaalbare grotere woningen.
Volgens de onderzoekers heeft de eigen stad ”niet aan populariteit ingeboet” en blijven zes op de tien verhuizende stedelingen het liefst in hun eigen woonplaats. Sinds 2015 kopen Randstedelingen wel steeds vaker een huis buiten die stad. Dit houdt vooral verband met de gestegen huizenprijzen. ”Hoe hoger de vierkantemeterprijs in een gemeente, hoe groter het aandeel woningzoekenden dat elders een huis koopt”.
De meeste Randstedelingen die buiten hun eigen stad gaan zoeken, kiezen het liefst voor een andere stad in de omgeving. Zo komen veel mensen naar de kleinere steden verhuizen in de regio’s die grenzen aan de Randstad, de zogenaamde ”Randstad-schil”. Deze schil bestaat uit Noord-Brabant, Flevoland, en westelijke delen van Gelderland en Overijssel. Alles voorbij die schil wordt in het onderzoek ”periferie” genoemd.
De onderzoekers merken op dat verschillende media tijdens de coronacrisis bericht hebben dat wonen in de grote stad minder in trek is. Het maakt immers niet uit hoever je van kantoor woont, als thuiswerken toch de norm wordt. Uit de gegevens van de Rabobank blijkt dit effect echter nog niet. Gebieden buiten de grote steden zien wel een toename in het aantal huizenkopers uit de stad, maar deze trend begon lang voor de coronacrisis. De verkoopprijs per vierkante meter lijkt veel belangrijker te zijn.
Zo is aan cijfers voor Amsterdamse huizenkopers te zien dat een steeds groter deel van de verhuizers een woning buiten de hoofdstad kiest. Hoewel een groot deel van de Amsterdammers in een grote stad in de buurt verkiest, verhuist een steeds groter deel naar steden als Zwolle, Apeldoorn of Groningen.
Hoewel er duidelijk een stroom op gang is van Randstedelingen naar de periferie, vinden de onderzoekers het lastig om te zeggen dat er sprake is van verdringing van andere huizenkopers. Zo is het mogelijk dat een deel van de verhuizende Randstedelingen geboren en getogen is buiten de Randstad, en simpelweg weer in de regio wil wonen waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen.
Plattelanders met een koopwens wilden overigens in 2021 even vaak in de eigen gemeente blijven wonen als in 2015. Mogelijk ervaren zij vooral enige verdringing wanneer zij een duurder, vrijstaand huis willen kopen. Dat zijn namelijk de woningen waar Randstedelingen naar op zoek zijn. Ook als naar alle huizenkopers gekeken wordt, kopen Randstedelingen huizen die gemiddeld duurder zijn dan de woningen van plattelanders. Het gaat hierbij om een verschil van ongeveer 95.000 euro.
Ondertussen koelt de woningmarkt iets af, en is het volgens de Rabobank onzeker of de trek naar het platteland doorzet. Randstedelingen kunnen makkelijker in de eigen omgeving blijven wonen, en plattelanders krijgen zo meer ruimte in hun regio. Als de behoefte aan grotere woningen echter toe blijft nemen, dan kan de uitstroom uit de stad juist doorgaan. Dit is echter afhankelijk van veel andere factoren. Een groter huis heeft meestal meer onderhoud nodig, en de stookkosten moeten ook te dragen zijn.