PARIJS, 20 dece,ber (Reuters) – Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat een veroordeling wegens aanzetten tot rassenhaat en discriminatie van de rechtse Franse presidentskandidaat en polemist Eric Zemmour geen schending was van zijn vrijheid van meningsuiting. Zemmour, die 7% won in de eerste ronde van de Franse verkiezingen in april, had de zaak aanhangig gemaakt om een beslissing van een Franse rechtbank uit 2018 aan te vechten op grond van de vrijheid van meningsuiting krachtens artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.
In de uitspraak van de rechtbank van dinsdag werd gesteld dat er geen sprake was van een schending van artikel 10 omdat “de inmenging in het recht op vrije meningsuiting van de aanvrager in een democratische samenleving noodzakelijk was geweest om de rechten van anderen, die in de zaak op het spel stonden, te beschermen”.
De uitspraak uit 2018 van het hof van beroep in Parijs had geoordeeld dat Zemmour tijdens een tv-programma in 2016 opmerkingen had gemaakt die discriminerend waren voor moslims.
Hij had in de uitzending gezegd dat Frankrijk “een invasie, een kolonisatie” onderging en dat Franse moslims moesten kiezen tussen Frankrijk en de islam.
De uitspraak van het EHRM stelde dat Zemmour het recht had om deel te nemen aan het debat over de islam in de samenleving, maar dat zijn opmerkingen agressief en discriminerend waren en gericht op moslims zelf.
Zijn verzoek om in beroep te gaan tegen de veroordeling, waarvoor hij een boete van 3.000 euro (3.187,80 dollar) kreeg, werd in 2019 afgewezen door het hoogste gerechtshof in Frankrijk, het Hof van Cassatie.
