OPINIE
Ik weet niet hoe het komt, maar ik heb praktisch geen belangstelling meer voor het voetbal. Dat is vreemd, want ik ben altijd dol geweest op deze sport. Ik heb zelf op het punt gestaan om profspeler te worden, ik heb duizenden wedstrijden tot m’n tevredenheid en plezier gevolgd in vele stadions en nog meer op tv, ik heb voetballers als idolen gehad, ik heb verstand van voetbal, en als ik een bal zie wil ik ertegen trappen.
Een paar maanden geleden nog. Ik liep over straat, een paar kinderen waren op een veldje aan het voetballen, per toeval kwam de bal in m’n buurt, en ik gaf er een enorme trap tegen. De bal vloog over het veldje, de straat over, en verbrijzelde de etalageruit van slagerij De Boever. Ik maakte dat ik wegkwam, en was toch zeer blij dat ik weer ‘ns tegen een bal had kunnen trappen.
Maar die blijheid is weg. Gooi tien ballen naar mij en ik zal tegen geen enkele trappen. Hoe komt dat in godsnaam? Zelfs het WK in Qatar interesseerde me geen reet. Ik heb niet eens de helft van de wedstrijden bekeken, en toen m’n twee favoriete elftallen, dat van België en dat van Nederland, troosteloos naar huis moesten, heb ik daar geen traan om gelaten.
Het is trouwens niet alleen het vroeger door mij zo geliefde voetbal dat me minder en minder bezig houdt. Zo trek ik me bijna niks meer aan van muziek. Of Davina Michelle met haar tietjes half bloot een nieuwe hit scoort, het zal me aan m’n kont roesten. Of Shirma Rouse verkozen wordt tot beste zangeres van boven de tweehonderd kilo, ik sta er niet bij stil. Of Oasis terug bij elkaar komt en een opzienbarende CD uitbrengt, nee hoor, boeit me niet.
En ik was vroeger een muziekadept pur sang. Net zoals ik vroeger ook een tv-adept pur sang was. Terwijl ik tegenwoordig nog nauwelijks zin heb om langer dan een half uur naar het scherm te kijken. Er is geen enkel programma meer waarvoor ik thuis zou blijven, zelfs niet voor OP1, indien gepresenteerd door het verborgen liefdeskoppel Jort Kelder en Welmoed Sijtsma. Zelfs niet voor de Nederlandse versie van De Slimste Mens, met in de ligstoel voor invaliden de grappigste man die West-Europa ooit gekend heeft, de ultieme komiek Maarten van Rossem. Zelfs niet voor de programma’s met het mooiste meisje dat West-Europa ooit gekend heeft, Emma Wortelboer.
Overigens heb ik niet alleen nagenoeg geen belangstelling meer voor voetbal, muziek, en televisie, maar ook niet meer voor vrouwen. Emma Wortelboer mag aan m’n deur bellen, en ik doe open, en Emma komt binnen, slechts gekleed in een bontjas en pumps, en ze trekt de bontjas uit, en ze vraagt of ze me even mag aftrekken, dan zal ik roepen: ‘Jij trekt hier helemaal niemand af, stomme trut, ga weg of ik bel de zedenpolitie!’
Nee, vrouwen kunnen in het bos gaan schijten, behalve natuurlijk m’n eigen lieftallige, schitterende, magnifieke, fantastische, bloedmooie, superintelligente vriendin Lena. Die mag blijvend op m’n belangstelling rekenen, temeer omdat ze me over anderhalve maand een zoon zal schenken. Doch zij is de absolute uitzondering, en door om het even welke andere vrouw wil ik niet lastig gevallen worden.
Maar de vraag blijft: wat is de oorzaak van m’n sterk verminderde belangstelling voor ongeveer alles en iedereen die vroeger hoog in m’n achting stonden? Ik denk dat het de leeftijd is. Dat je, eenmaal de vijfenzestig gepasseerd, denkt: ik heb wel wat anders aan m’n hoofd dan belangstelling hebben voor om het even wat. Met als kers op de taart: de verdwenen belangstelling voor het vak dat ik veertig jaar heb beoefend: de literatuur.
Over het vaststaande feit dat de literatuur voor mijn part de stront mag inzakken, ga ik een roman schrijven. Ik hoop dat deze roman op heel wat belangstelling zal mogen rekenen.
De in dit artikel geuite meningen en standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de meningen of standpunten van TPO.