OPINIE
Er gebeuren allerlei dingen. Het houdt niet op. Er is geen dag waarop er iets niet gebeurt. Niets staat stil. Alles beweegt, en trilt en schudt en tolt en rent en draait en keert, en alles kan door niemand worden gestuit, tegengehouden of teruggeroepen. Als een vlinder z’n vleugels beweegt in China, schijt een werkloze sigarenmaakster in Spijkenisse achter een struik. Als in China iemand achter een struik schijt, wordt die voor veertig jaar in een strafkamp gegooid. In Spijkenisse handtekenen tweehonderdeenentwintig mensen een petitie voor de vrijlating van de gevangenen in China.
Alles hangt met alles samen. Bijt niet in wolk, of het zal regenen over wie je liefhebt. Heb niet de verkeerde personen lief, op een wolk zal je opslokken en je weer uitbraken boven een gebied dat eigenlijk niet bestaat. Wat vandaag niet gebeurt, zal morgen gebeuren, of is gisteren gebeurd.
Dat in Turkije en Syrië niet te tellen mensen onder steen, gruis en puin liggen, dat had kunnen gebeuren, en het is gebeurd, zonder dat om het even wie deze gebeurtenis met een ademstoot had kunnen voorkomen. De adem die we uitstoten is giftig, zorgt voor meer dood dan leven, zuigt de adem van anderen op. Wat gebeurd is in Turkije en Syrië is vreselijk, wie denkt dat daar woorden voor bestaan, denkt verkeerd. Het is een gebeurtenis die niet vergeten zal worden, die de geschiedenis ingaat, die vele boeken zal halen.
Soms wordt dit soort gebeurtenissen ons te machtig, draaien we ons hoofd weg, en zien we weer andere gebeurtenissen, vaak kleiner, smaller, makkelijker te ontwijken, alledaagser, slechts een beetje opzienbarend, volgende week niet meer de krant bereikend.
Zo is er de gebeurtenis die te maken heeft met de dichter Pim Lammers. Uit duizenden kelen stijgt op: ‘Wié zeg je?’ Nou, de dichter Pim Lammers, die ook wel ‘ns proza schrijft of schreef. Zoals jaren geleden: toen schreef hij een verhaal over de relatie tussen een twaalfjarige jongen en z’n voetbaltrainer. Niks aan de hand, zou je zeggen, en als Pim Lammers een fictieve story over pedofilie wil schrijven, dan is dat z’n goed recht. Een paar weken geleden werd Pim Lammers gevraagd om een gedicht te schrijven in het kader van de Kinderboekenweek. Dit was voor sommigen het sein om het verhaal over de jongen en z’n trainer vanonder het stof te halen, en te gillen: ‘Een pedofiel die een kindergedicht schrijft, dat mag niet, dat kan niet, dat zal niet gebeuren. Zo’n pedofiel moet dóód!’
De idioten die dit gilden zijn dezelfde idioten die er zeker van zijn dat een schrijver die een verhaal verzint over een nazi, zelf een nazi is. Dat een schrijver die in de ik-persoon over Chantal Janzen schrijft, niemand anders dan Chanal Janzen zelf kan zijn. Dat een schrijver die een roman schrijft waarin de moord op de president door Lee Harvey Oswald wordt geprezen, zinnens is om binnenkort Joe Biden te vermoorden. Kortom, Pim Lammers is volgens de laakbare idioten wel degelijk een pedofiel. ‘Weg ermee.’ ‘Onder de grond met hem’. ‘De strop is niet goed genoeg voor die kinderlokker.’ En wijselijk gaf Pim Lammers de opdracht terug en houdt hij zich schuil, de arme gozer.
Maar wat gebeurd is, is gebeurd. Toen onze Pim nog ons Pimmetje was, had hij toen kunnen weten dat stoute mannen en vrouwen hem kapot zouden willen? Nee, dat heeft hij toen niet kunnen weten. De gebeurtenissen houden iedereen zo onwetend als een dode mus. De gebeurtenissen gaan maar door, van China tot Spijkenisse, van Turkije tot Syrië, van in het hoofd van een schrijver tot in de Kinderboekenweek. Verlaat ons, gebeurtenissen, en kom tenimmer weder!
De in dit artikel geuite meningen en standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de meningen of standpunten van TPO.