Door: Jan Omvlee, TPO- In het kort: Alle verdachten worden vrijgesproken van corruptie en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank acht kwade intenties bij de donaties en giften niet bewezen. Ondernemer Atilla Akyol krijgt wel 4 maanden voorwaardelijk, maar dat is vanwege verboden wapenbezit.
De rechtbank in Rotterdam doet vandaag uitspraak inzake de corruptiezaak tegen oud-wethouder Richard de Mos (livestream Omroep West). De Mos en zijn mede oud-wethouder Rachid Guernaoui staan terecht, samen met een reeks Haagse ondernemers en aanverwanten.
Aan de verdachte oud-wethouders werd tijdens het proces deelname van een criminele organisatie ten laste gelegd, waarbij de ondernemers de ambtenaren omkochten voor een voorkeursbehandeling. De beide politici zaten in het Haagse bestuur namens Hart voor Den Haag, voorheen Groep de Mos. De omkoping zou volgens de aanklager hebben plaatsgevonden via een reeks partijdonaties en ”traktaties” aan Richard de Mos persoonlijk.
De rechtbank neemt de ”rechttoe, rechtaan-visie” van de officier van justitie niet over inzake de zaak tegen Richard de Mos.
Volgens de rechtbank begaat de officier van justitie zich op ”onontgonnen terrein” door de donaties aan een beginnende politieke partij centraal te stellen in de zaak. Volgens de rechter ligt het niet voor de hand dat een startende partij zich om laat kopen met donaties. Een nieuwe partij heeft meestal ook niet veel invloed.
De rechter is niet onder de indruk van persoonlijke giften die de betrokken ondernemers hebben gedaan aan de Mos. Deze bestonden uit etentjes, boottochtjes, en het helpen met een verbouwing.
Het doen van in totaal 100.000 euro aan donaties aan Hart voor Den Haag ligt volgens de rechtbank gecompliceerder. De donaties zijn gedaan aan de partij, en niet aan de ambtenaren zelf. Dat een deel van de waarde alsnog doorsijpelt naar het imago en de macht van de ambtenaren (via een goed gefinancierde campagne) is niet uit te sluiten, maar deze invloed is niet concreet vast te stellen. Het is onmogelijk om vast te stellen dat de positie van de ambtenaren door de ruimhartige partijdonaties is verbeterd, of dat zij hun functies direct aan deze donaties hebben te danken.
Maar hadden de ondernemers in kwestie de intentie om de ambtenaren om te kopen met hun donaties? Waren de donaties bedoeld om het handelen van de wethouders te beïnvloeden? Was er een kwade bedoeling aan de kant van de gevers, die ook door de ontvangers werd herkend?
De rechter wijst erop dat er in Nederland geen regels zijn over de financiering van lokale, onafhankelijke politieke partijen. Deze partijen zijn in grote mate afhankelijk van donaties. Volgens de rechter zijn partijdonaties in beginsel geen teken van een kwade bedoeling ”aan de voorkant” aan de zijde van de gever. Het doen van donaties moet eerder worden gezien als een teken van goede bedoelingen. De ondernemers steunen de lokale partijen, die onmisbaar zijn voor de democratie.
Dan de mogelijke kwade bedoelingen bij het betalen van drie etentjes en twee boottochtjes. Ondernemer Atilla Akyol en Richard de Mos waren bevriend, en betaalden om en om de rekeningen voor hun etentjes. Het betalen van de ”leuke dagjes uit” op de boottochtjes, betaald door horecaondernemer Buis, zou een basis kunnen zijn voor een corruptie . Bij dit laatste is er slechts sprake van ”een zweem” van kwade bedoelingen, omdat de Mos en Buis niet zo’n hechte persoonlijke relatie hadden.
Dan over de vermeende tegenprestaties. De wethouders zouden de ondernemers een tegenprestatie hebben geleverd, en voorkeursbehandelingen hebben gegeven.
De ondernemers Dennis Buis, Edwin Jansen en Michel Zaadhof zouden zich een voordelige positie hebben gegeven via donaties aan Hart voor Den Haag. Volgens de rechter gaat dit echter niet zo ver als een ”kwade bedoeling”. De ondernemers hebben niet alleen geld gedoneerd, maar ook deel uitgemaakt van een klankbordgroep voor de partij, en gaven advies over kwesties als het aantrekken van betere pr-mensen. Dergelijke steun is echter geen teken van corruptie, maar simpelweg te verwachten van ondernemers die een politieke partij een warm hart toedragen.
Ook de steun die Hart voor Den Haag gaf aan sociale woningbouw, kwam niet voort uit steun van vastgoedondernemers. Sociale woningbouw was al onderdeel van het partijprogramma voordat die ondernemers steun gaven aan de partij. Ook bij het invoeren van een ”splitsverbod” bij woningen was geen sprake van een ”evident en exclusief voordeel” voor de ondernemers.
Dan de nachtontheffing van de opera van Atilla Akyol. Hier heeft de Mos zich jarenlang voor ingezet. Op het eerste gezicht is dit volgens de rechter een schoolvoorbeeld van een persoonlijk voordeel. Maar daar volgt op dat de ontheffing bedoeld was om het nachtleven weer leven in te blazen.
De maatregel was dus bedoeld voor het algemene belang voor Den Haag, en niet enkel voor Atilla. De openheid die de ondernemer over de kwestie gaf, ziet de rechter ook als een contra-indicatie van corrupte intenties. Het uiteindelijke besluit is bovendien door de burgemeester en andere wethouders gesteund, en niet alleen door Richard de Mos.
Daarnaast weegt de rechtbank zwaar mee dat Atilla Akyol al heel lang zijn steun gaf aan de partij, en dat hij ook zonder donaties wel invloed had op de partijlijn via klankbordgroepen.
Het ontbreken van regels omtrent partijdonaties moet volgens de rechter niet worden opgelost via het strafrecht. De wethouders en ondernemers bevonden zich in een grijs gebied, maar dat maakt ze niet zomaar corrupt.
De rechtbank trekt de conclusie dat de kwade bedoelingen bij de gedane partijgiften aan de wethouders niet vast te stellen zijn.
Alle verdachten worden vrijgesproken van omkoping, en van deelname aan criminele organisatie.
Atilla krijgt wel 4 maanden voorwaardelijk voor verboden wapenbezit.