Het OM zet het hoger beroep tegen Richard de Mos en zes medeverdachten definitief door. Maar wel in ‘beperkte vorm’. Het zal alleen nog gaan om ‘verdenking van omkoping’ en ‘schenden van geheimhoudingsplicht’, tegen ‘vrijspraak van mijneed’ en ‘deelname aan criminele organisatie’ zal het OM niet in beroep gaan.
Het OM in een persbericht over dit hoger beroep:
“Het OM is het niet eens met de rechtbank dat de omkoping niet bewijsbaar is. Dit verschil van inzicht zit voor een deel in de waardering van het beschikbare bewijs. Voor een ander deel komt het verschil van inzicht doordat de rechtbank volgens het OM een te beperkte en onjuiste uitleg geeft aan de omkopingsbepalingen in het Wetboek van Strafrecht. Het gaat dan om vragen als: wanneer is iets een gift aan een ambtenaar? Wanneer is sprake van een tegenprestatie door die ambtenaar? En welk verband moet er zijn tussen de gift en de tegenprestatie om het strafbaar te maken?
Ambtenaren, onder wie wethouders, moeten onkreukbaar zijn. Dit betekent dat zij objectief moeten komen tot besluitvorming en hun beslissingen niet ‘te koop’ mogen zijn. Integriteit van het openbaar bestuur en de bestrijding van omkoping staan om die reden in Nederland hoog op de agenda.”