Het ontslag van drie van de vijf agenten in de beruchte ‘politieaffaire Horst’, wellicht het grootste schandaal binnen de politie in Limburg, is door de rechtbank teruggedraaid, meldt het AD. De rechtbank oordeelde vrijdag dat de politieleiding te snel handelde, naliet onafhankelijk advies in te winnen en dat er verzachtende omstandigheden waren. De vijf agenten werden in 2020 ontslagen wegens verschillende misdragingen, waaronder pesterijen, intimidatie en het schenden van het ambtsgeheim. De rechtbank benadrukte dat het geen eenvoudige zaak was en dat het ontslag van de drie agenten onterecht was.
De rechtbank tikt de politieleiding in Limburg op de vingers, omdat ze het verplichte advies van de Adviescommissie Grondrechten en Functie-uitoefening Ambtenaren (AGFA) niet had ingewonnen inzake de uitspraken van de agenten in WhatsApp-groepen. Een verplichting bij ambtenaren die mogelijk over de schreef gaan in hun vrijheid van meningsuiting. De rechtbank stelt dat de agenten onder speciale omstandigheden werkten, waarbij ze in de strijd tegen ondermijnende misdaad de randen opzochten. Dit leidde tot een situatie waarin fouten konden optreden. Slechts twee van de agenten kregen gerechtvaardigd strafontslag, omdat ze valse processen-verbaal hadden opgemaakt en valse meldingen hadden gedaan bij Meld Misdaad Anoniem.
De zaak Horst leidde tot het grootste interne onderzoek ooit binnen de Nederlandse politie, waarbij meer dan honderd (oud-)politiemensen zijn ondervraagd en ruim 236.000 WhatsApp-berichten bekeken. Jan Struijs, voorzitter van de Nederlandse Politiebond (NPB), bekritiseert het snelle en grootschalige ingrijpen van de politieleiding en benadrukt dat de zaak veel leed heeft veroorzaakt voor de betrokken agenten. Hij roept op om de zaak nu op een nette manier af te handelen en geen hoger beroep aan te tekenen, om verdere schade te voorkomen.