Demissionair justitieminister Dilan Yeşilgöz deelt de verbazing van de Tweede Kamer over het feit dat een veroordeelde IS-aanhanger werkzaam was bij VluchtelingenWerk Nederland (VWN), dankzij een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), meldt het ANP. Ze heeft vergelijkbare zorgen als de Kamer en wil de beleidsregels voor het verkrijgen van een VOG voor dergelijke individuen herzien.
Kamerlid Pieter Omtzigt benadrukt de ernst van de situatie en wil opheldering over het aantal mensen met een vergelijkbare VOG, vooral voor hen die eerder zijn veroordeeld voor terroristische misdrijven. Yeşilgöz verwees daarvoor naar minister voor Rechtsbescherming, Franc Weerwind, gezien hij verantwoordelijk is voor VOG-toekenningen. Zelf zal ze Weerwind ook vragen na te gaan hoeveel mensen zo’n zelfde verklaring voor goed gedrag hebben gekregen, ondanks dat ze eerder voor een terroristisch misdrijf zijn veroordeeld. De regel is nu dat mensen in beginsel vier jaar na een veroordeling een VOG kunnen krijgen, als die nodig is voor een toekomstige taak of baan. Mensen die een zedenverleden of een terroristische veroordeling op hun naam hebben, kunnen dat pas na twintig jaar doen. Yeşilgöz stelt dat het beleid omtrent VOG-toekenningen sowieso ‘moet worden heroverwogen’. VluchtelingenWerk Nederland is door de minster gevraagd om met experts uit te zoeken in welke dossiers de vrouw Inzage heeft gehad, gezien ze tijdens haar werk onder meer te maken had met mensen die juist op de vlucht zijn geslagen voor IS.
