De Tweede Kamer staat onder druk om nieuwe overeenkomsten te sluiten met betrekking tot de verkenningsfase, meldt het ANP. Dat is de eerste stap na de landelijke verkiezingen, die dit keer vervroegd op 22 november plaatsvinden. Tijdens de verkenningsfase, die minimaal veertien en maximaal 21 dagen duurt, praat een verkenner met alle partijleiders over hun eerste ideeën voor politieke samenwerking en een mogelijke coalitie. Alle politieke partijen zijn het erover eens dat de verkenningsfase in 2021 volledig mislukte toen de twee verkenners, Annemarie Jorritsma (VVD) en Kajsa Ollongren (D66), hun boekje ver te buiten gingen door de manier waarop zij werkten. Het enige twistpunt blijft de manier waarop de verkenning moet worden uitgevoerd, zoals woensdag bleek tijdens een Kamerdebat.
De vorige verkenning leidde tot een diepe vertrouwenscrisis na onthullingen over notities van de verkenners, waarin ‘functie elders’ stond vermeld bij de naam van Kamerlid Pieter Omtzigt. Het doel is nu om de verkenning effectiever te maken en herhaling van dergelijke problemen te voorkomen. Zo pleiten CDA, SGP, ChristenUnie en BBB voor de terugkeer van de koning als verkenner, terwijl een meerderheid van onder meer VVD, D66, SP, GroenLinks-PvdA en Kamerlid Pieter Omtzigt de voorkeur geeft aan een neutraal figuur, zoals de vicepresident van de Raad van State. De Kamer zal volgende week verder over dit onderwerp discussiëren.