(Bloomberg, 14 november 2023) – De gemiddelde temperatuur op aarde zal deze eeuw maar liefst 2,8 graden Celsius boven het pre-industriële niveau uitstijgen als landen hun emissiereductiestrategieën volgens plan uitvoeren, zo blijkt uit een nieuwe analyse van de Verenigde Naties.
De VN schat dat de CO2-uitstoot in de atmosfeer in 2030 met ongeveer 9% zal zijn toegenomen ten opzichte van 2010, op basis van de huidige nationale toezeggingen die zijn gedaan in de aanloop naar de komende COP28 klimaattop.
Hoewel dat een marginale verbetering is ten opzichte van vorig jaar, betekent het nog steeds dat de wereld de doelstelling om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden Celsius te houden waarschijnlijk zal overschrijden.
Het VN-rapport analyseerde de zogenaamde nationaal vastgestelde bijdragen van de 195 partijen bij de Overeenkomst van Parijs, waaronder 20 nieuwe of bijgewerkte toezeggingen die tot 25 september zijn ingediend. Een wereldwijde inventarisatie tijdens COP28 zal de basis vormen voor de volgende ronde klimaatplannen, die voor 2025 klaar moeten zijn.
“COP28 moet een historisch keerpunt worden in dit kritieke decennium”, zegt Sultan Al Jaber, voorzitter van de VN-klimaattop die eind deze maand in Dubai plaatsvindt. “Er is gewoon geen tijd meer voor uitstel.”
De beste schatting van de piektemperatuur deze eeuw ligt tussen 2,1 graden Celsius en 2,8 graden Celsius, volgens het rapport. Op basis van bestaande klimaatplannen zal de wereld waarschijnlijk 87% opgebruiken van het resterende koolstofbudget dat nodig is om een kans van 50% om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5C in leven te houden. Hierdoor blijft er na 2030 nog maar 70 gigaton CO2 over – het equivalent van ongeveer twee jaar aan emissies.
Tijdens COP28 zullen de landen de vooruitgang evalueren, of het gebrek daaraan, die ze hebben geboekt om de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te halen. Tijdens dit proces zal worden vastgesteld wat er nog meer moet worden gedaan om de uitstoot sneller terug te dringen en zullen ook de financiële middelen worden vrijgemaakt om dit te doen.
Toch zijn er twijfels over de vraag of landen hun verschillen, die zijn verergerd door toenemende geopolitieke spanningen en stijgende inflatie, opzij kunnen zetten om een sterk resultaat van COP28 te bereiken.
Terwijl ontwikkelde landen en regio’s, zoals de EU, hebben opgeroepen tot een geleidelijke stopzetting van het gebruik van onverminderde fossiele brandstoffen, worden andere landen, zoals Saoedi-Arabië en China, gezien als meer terughoudend om dit te doen.
Ondertussen schieten rijke landen nog steeds tekort in het verstrekken van voldoende klimaatfinanciering aan hun armere collega’s om hen te helpen om te gaan met de gevolgen van klimaatverandering die ze zelf nauwelijks hebben veroorzaakt.
Simon Stiell, uitvoerend secretaris van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, zei dat de laatste VN-beoordeling laat zien hoe snel de wereld in tijdnood komt om drastische temperatuurstijgingen te voorkomen. “We moeten het vertrouwen in het proces van Parijs herstellen”, zei hij. “Dit raamwerk zorgt voor vooruitgang, maar niet snel genoeg.”
