(Konrad Krasuski, Wojciech Moskwa, Bloomberg, 20 december 2023) – De nieuwe regering van Polen is begonnen met het opschudden van de staatsmedia en sommige zenders zijn uit de lucht gehaald. Dit leidde tot verontwaardiging bij voormalige nationalisten die de omroep tot hun spreekbuis hebben gemaakt tijdens de acht jaar dat ze aan de macht waren.
Minister van Cultuur Bartłomiej Sienkiewicz ontsloeg woensdag leidinggevenden bij publieke mediakanalen en trotseerde daarmee een groep politici van PiS die de hele nacht protesteerden bij het hoofdkantoor van de publieke televisie. De partij, die de verkiezingen van oktober verloor, zei dat de beslissing van de regering illegaal was.
De verontwaardiging benadrukt de zware strijd die het nieuwe kabinet moet leveren om de inname van staatsinstellingen door PiS te keren. Internationale mediarechten groepen hebben herhaaldelijk Polen’s publieke omroepen beschuldigd van vooringenomenheid en het niet bieden van gelijke toegang aan de pro-Europese oppositie, die onverwacht verkiezingen won twee maanden geleden.
De nieuwe premier Donald Tusk heeft voor de stemming gezegd dat hij “precies 24 uur” nodig zou hebben om wat hij beschreef als de televisie van de regerende partij terug te veranderen in een publieke omroep. De alliantie van partijen onder leiding van Tusk kwam aan de macht met de belofte om de democratische normen te herstellen en toegang te krijgen tot bijna 60 miljard euro aan geblokkeerde fondsen van de Europese Unie.
Ongeveer honderd politici van PiS, waaronder de eens zo machtige leider Jaroslaw Kaczynski, hebben sinds dinsdag laat het televisiegebouw in Warschau doorkruist. De soms chaotische taferelen van de nieuwe, door de regering benoemde ambtenaren die voor het eerst hun kantoren proberen binnen te komen werden gedocumenteerd.
Kaczynski vertelde verslaggevers van de staatsmedia en politici op het hoofdkantoor van de televisie dat hun aanwezigheid bedoeld is om “de democratie en het pluralisme van de media te beschermen, wat niet mogelijk is zonder een sterke anti-regeringsmedia”.
President Andrzej Duda, een bondgenoot van de voormalige regeringspartij, zei dat alle veranderingen bij de publieke omroep moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de grondwet.
Het TVPInfo-kanaal schakelde over op het uitzenden van beelden van het eerste kanaal van de tv en de website ging offline. Eerder zond de nieuwszender zwarte spandoeken en lichtkranten uit, alsof Polen in een periode van rouw was, waarin stond dat de regering probeerde de publieke media op onwettige wijze over te nemen.
Het parlement nam dinsdag een resolutie aan die opriep tot uitgebreide personeelswisselingen bij de door de staat gecontroleerde TV, radiostations en het PAP nieuwsagentschap. In reactie hierop zei een nationaal toezichtsorgaan op de media, dat is samengesteld uit door PiS benoemde personen, dat er geen wettelijke basis was om dergelijke veranderingen door te voeren.
Tusk zei dinsdag dat de begroting voor volgend jaar geen financiering bevat voor de staatsomroep. De voormalige voorzitter van de Europese Raad is een constant doelwit geweest van aanvallen door de zender, die maandenlang clips van hem uitzond waarin hij in het Duits sprak en beweerde dat hij het werk van Berlijn deed.
“De publieke media in hun huidige vorm verdienen het helemaal niet om gefinancierd te worden uit de zak van de belastingbetaler,” zei Tusk. De regering weigerde deze week om verslaggevers van de staatstelevisie de conferentie van de premier te laten bijwonen.
In haar verkiezingsmonitoring rapport, zei de OVSE – een bureau voor democratie en mensenrechten – dat staatsomroepen openlijk “de regerende partij en haar beleid promootten en tegelijkertijd openlijke vijandigheid toonden tegenover de oppositie”. Hierdoor hadden haar kandidaten een “duidelijk voordeel” hadden bij de stembusgang.
Polen’s persvrijheidsscore is sinds 2015 gedaald doordat het vorige populistische kabinet de publieke omroepen gebruikte als “instrumenten van overheidspropaganda,” volgens het 2023 rapport van Reporters Without Borders. Het land zakte van de 18e plaats toen de nationalisten acht jaar geleden aan de macht kwamen naar de 57e plaats in de wereld op het gebied van mediavrijheid.