(David Voreacos, Janet Lorin, Bloomberg, 26 december 2023) – University of Pennsylvania-senior Eyal Yakoby was niet van plan om werkeloos toe te kijken hoe antisemitisme deze herfst over de campus kroop. De Israëlische Amerikaan schreef een brief aan president Elizabeth Magill om te waarschuwen voor de vijandige omgeving voor Joden op de campus na de Hamas-terreuraanval op Israël van 7 oktober. In plaats van te studeren voor zijn eindexamen, ging hij op 5 december naar het Congres voor een persconferentie.
“Er zijn momenten waarop mensen moeten opkomen voor degenen die niet kunnen spreken,” zei Yakoby, 21, in een interview. “Ik zou absoluut liever hebben dat er geen haat en antisemitisme was en dat ik gewoon naar de klas kon gaan en rondhangen met mijn vrienden.”
Op de dag dat hij naar het Congres ging, klaagden Yakoby en een andere student Penn ook aan, met de bewering dat de school een vijandige omgeving creëerde waardoor ze zich onveilig voelden in de klas of op de campus.
Hun rechtszaak is een van de vele die de afgelopen weken door studenten zijn aangespannen tegen universiteiten met een beroep op Titel VI van de Civil Rights Act van 1964. De wet kan het krachtigste juridische middel worden om universiteiten te dwingen de balans tussen vrijheid van meningsuiting en de noodzaak om studenten te beschermen tegen discriminatie te veranderen.
Het Office of Civil Rights van het Amerikaanse Ministerie van Onderwijs houdt toezicht op de naleving van de wet en gebruikt deze om veranderingen op te leggen via een minder confronterende methode. In plaats van scholen aan te klagen, onderhandelt het meestal met scholen om non-discriminatie als voorwaarde te stellen voor het ontvangen van federale financiering.
“De ultieme dreiging in het kader van Titel VI is dat de universiteit de federale financiering kwijtraakt”, aldus Kenneth Marcus. Hij is voorzitter van het Louis D. Brandeis Center for Human Rights Under Law en voormalig assistent-secretaris van onderwijs voor burgerrechten in de VS. “Dat is zeer zeldzaam.”
Maar het zou een enorme klap zijn voor universiteiten, die enorme bedragen ontvangen van het Ministerie van Onderwijs en andere instanties, zei hij.
Titel VI verbiedt alle federaal gefinancierde programma’s, instellingen en activiteiten om mensen opzettelijk slechter te behandelen vanwege hun ras, huidskleur of nationale afkomst. Het dekt openbare en privécampussen op alle onderwijsniveaus en wordt nu gebruikt door Joodse studenten die geconfronteerd worden met het ergste antisemitisme op campussen sinds voor de Tweede Wereldoorlog.
Meldingen van antisemitisme en islamofobie zijn gekomen naar aanleiding van protesten op campussen over het bloedbad dat Hamas aanrichtte onder 1200 mensen in Israël.
Hoewel Titel VI al zes decennia bestaat, gebruiken Joodse studenten het om de New York University, de University of California in Berkeley en de Carnegie Mellon University aan te klagen. Yakoby’s advocatenkantoor, Kasowitz Benson Torres, verwacht meer zaken aan te spannen tegen scholen, waaronder Harvard en Columbia.
“We krijgen telefoontjes en e-mails van studenten die erg onveilig zijn en vrezen voor hun leven,” zei Marc Kasowitz, wiens kantoor ook NYU heeft aangeklaagd.
De rechtszaak tegen Yakoby probeert Penn te dwingen zijn gedragscodes te handhaven om intimidatie en een vijandige omgeving voor Joodse studenten te voorkomen. De rechter moet Penn opdragen om docenten en leidinggevenden die verantwoordelijk zijn voor het “antisemitische misbruik dat de school doordringt” te ontslaan en studenten die zich schuldig maken aan dergelijk gedrag te schorsen of van school te sturen. Ook wordt een financiële schadevergoeding geëist.
Een woordvoerder van Penn gaf geen commentaar.
Ben Chang, een woordvoerder van Columbia, zei dat de school weliswaar geen commentaar kon geven op mogelijke rechtszaken, maar wel meewerkt aan onderzoeken op grond van Titel VI door het Office of Civil Rights.
“Antisemitisme of enige andere vorm van haat is in strijd met de waarden van Columbia”, aldus Chang. “We gebruiken alle beschikbare middelen om onze gemeenschap veilig te houden en dat omvat ook het beschermen van onze Joodse studenten tegen antisemitische discriminatie of intimidatie.”
Ambtenaren van Harvard reageerden niet op vragen om commentaar.
Het Office of Civil Rights heeft in zijn onderzoeken een grote stok achter de deur – scholen die in overtreding worden bevonden, kunnen federale financiering verliezen voor het programma of de activiteiten waarin de discriminatie plaatsvond.
Catherine Lhamon, assistent-secretaris voor het Office of Civil Rights van het departement, zei dat het al “enkele decennia” geleden is dat het departement fondsen heeft ingehouden. En dat scholen meestal terugkrabbelen voordat de overheid een procedure start om fondsen te beëindigen.
“Ik ben meerdere keren met scholen tot op het randje van die omstandigheid gegaan”, zei Lhamon, die voor de tweede keer deze functie bekleedt, tijdens een recent webinar.
In de afgelopen twee maanden heeft Lhamon minstens 20 onderzoeken geopend naar klachten over antisemitisme en islamofobie op scholen als Harvard, Penn, Columbia, Stanford en de Universiteit van Californië in Los Angeles.
Toch vrezen moslim- en Palestijnse studenten dat, hoewel het departement onpartijdig probeert te zijn, de overheid “eerder achter hen aan zal gaan dan hen te verdedigen”, zegt Edward Ahmed Mitchell, nationaal adjunct-directeur van de Council on American-Islamic Relations.
Het Ministerie van Onderwijs mag niet “als wapen worden gebruikt in een nauwelijks verholen poging om politieke uitingen ter ondersteuning van Palestijnse mensenrechten het zwijgen op te leggen,” zei hij.
Tijdens het Thanksgiving weekend werden drie Palestijnse studenten neergeschoten tijdens een wandeling in Vermont, waarbij er één verlamd raakte vanaf de borst nadat een kogel in zijn ruggengraat terecht was gekomen.
De financiële dreiging van ontevreden donateurs is directer. Ross Stevens, medeoprichter van Stone Ridge Asset Management, zei dat hij een donatie van Penn ter waarde van ongeveer 100 miljoen dollar zou intrekken, omdat hij het standpunt van de school over antisemitisme beschuldigde.
Op Harvard stopt de familiestichting van miljardair Len Blavatnik met donaties nadat hij minstens 270 miljoen dollar aan de universiteit had gegeven, aldus een persoon die bekend is met de zaak.
Ondertussen steunen Joodse organisaties en honderden advocaten van prominente advocatenkantoren in stilte studenten. Hillel International, de Anti-Defamation League en het Brandeis Center lanceerden vorige maand een “hulplijn voor juridische bescherming” met advocaten van Gibson Dunn & Crutcher.
De hulplijn kreeg 400 verzoeken om hulp en behandelde meldingen van doodsbedreigingen, vulgaire laster en menselijke uitwerpselen die op de deuren van Joodse broederschappen werden gesmeerd.
Campusprotesten raken de kern van het debat over vrije meningsuiting en antisemitisme. Uitspraken die normaal gesproken worden beschermd door het Eerste Amendement kunnen volgens de ADL in strijd zijn met de gedragscode van een privéschool als ze bijdragen aan een vijandige omgeving of intimidatie vormen.
Veel scholen hebben een internationale definitie van antisemitisme aangenomen, waaronder “een bepaalde perceptie van Joden, die tot uiting kan komen in haat” jegens hen.
De Penn-rechtszaak haalt taal aan uit pro-Palestijnse protesten. Het scanderen van de uitdrukking “from the river to the sea, Palestine will be free” wordt door veel Joden opgevat als een verlangen naar de eliminatie van Israël.
Marc Stern, hoofd juridische zaken van het American Jewish Committee, zei dat zijn organisatie van mening is dat de uiting niet beschermd wordt door het Eerste Amendement.
“We zullen zien of de rechtbanken het daarmee eens zijn,” zei Stern.
De taal van protesten kan een politieke derde rail worden.
Tijdens de hoorzitting in het Congres op 5 december werd Magill en twee andere voorzitters gevraagd of “oproepen tot de genocide op Joden” hun gedragscode schendt of een vorm van pesten of intimidatie is. Magill zei dat “het een contextafhankelijke beslissing is” die als intimidatie kan worden beschouwd “als de toespraak gedrag wordt”.
Binnen enkele dagen nam ze ontslag.
Op de dag van Magills hoorzitting verscheen Yakoby op de persconferentie met de Republikeinen van het Huis en sprak over een “ijzingwekkend landschap van haat en vijandigheid” op Penn. “Ondanks wat mijn universiteit zegt, voel ik me niet veilig. Laat ik duidelijk zijn. Ik voel me niet veilig.”
Sindsdien heeft hij honderden bedreigingen ontvangen. De berichten omvatten “Sterf, zionistisch varken” en “Hitler had je grootouders moeten afmaken,” zei Yakoby.
