Will Mathis, Akshat Rathi, Bloomberg, 19 januari 2024 – Eén van ‘s werelds grootste investeerders in offshore windmolenparken lanceert een nieuw bedrijf dat van plan is kunstmatige eilanden in de Noordzee te bouwen om de groene energieprojecten te vergroten. Copenhagen Energy Islands, gesteund door Copenhagen Infrastructure Partners (CIP), wil de komende decennia zo’n 150 miljard euro investeren in een reeks eilanden die gebruik zullen maken van enorme windturbines om elektriciteit op te wekken en groene waterstofproductie offshore mogelijk te maken. Tenminste, als ze verschillende technologische en politieke hindernissen kunnen overwinnen.
“Offshore wind is simpelweg de goedkoopste bron van hernieuwbare energie in Europa die op grote schaal beschikbaar is”, zegt Jakob Baruël Poulsen, managing partner van CIP.
“De huidige geïnstalleerde offshore windvoorraad zal minstens vertienvoudigd worden. En het is heel duidelijk dat als dat moet gebeuren, we het anders moeten doen dan hoe we het nu doen. En energie-eilanden bieden een aantal zeer belangrijke voordelen.”
Het idee heeft al wat aandacht gekregen in de Europese Unie, die als doel heeft om in de komende jaren minstens 300 gigawatt aan offshore windenergie te bouwen, meer dan 10 keer het huidige niveau.
België is van plan om te beginnen met de bouw van het Prinses Elisabeth-eiland in de Noordzee, dat volgens het land het eerste kunstmatige eiland voor energie-infrastructuur zal zijn. Het zal dienen als knooppunt om offshore-windparken aan te sluiten op het Belgische elektriciteitsnet.
Andere projecten zijn ook gepland door Duitsland en Denemarken, hoewel de Deense regering een aanbesteding voor een energie-eiland vorig jaar heeft uitgesteld vanwege de hoge kosten.
CIP schat de uitgaven voor elk van de kunstmatige eilanden op minstens 1,5 miljard euro.
Baruël Poulsen zei dat de eilanden voornamelijk stroom zouden produceren voor waterstofelektrolyzers en dat het resulterende gas via pijpleidingen naar het vasteland zou worden gestuurd. Dit is een goedkoper alternatief dan stroom via kabels naar het vasteland te sturen, zei hij.
De huidige toevoerketens zijn niet in staat om genoeg kabels te leveren om alle elektriciteit naar het vasteland te sturen. Door de stroom op zee te gebruiken en de waterstof vervolgens via pijpleidingen te vervoeren, kan per megaproject tot 20% aan investeringen worden bespaard die anders aan kabels zouden worden besteed, aldus Baruël Poulsen.
Toch zijn er nog veel hindernissen. Groene waterstof is nog niet op schaal geproduceerd en het offshore plaatsen van de machines kan complicaties met zich meebrengen, zoals de vraag hoe vers water voor het elektrolyseproces kan worden gewonnen.
De eilanden zouden ook een gemakkelijk doelwit kunnen worden voor aanvallen, waardoor de voordelen van gedecentraliseerde hernieuwbare energie verloren zouden gaan.
