Berlijn, AP, 31 januari 2024 – De binnenlandse inlichtingendienst van Duitsland heeft zijn voormalige hoofd, die een hard-rechtse politicus is geworden sinds hij enkele jaren geleden uit zijn functie werd ontheven, onder toezicht geplaatst.
Hans-Georg Maassen plaatste woensdag een brief van de BfV aan zijn advocaat op zijn website. Dit nadat de publieke omroep ARD en media-outlet t-online hadden gemeld dat de instantie die hij van 2012 tot 2018 leidde, hem nu heeft opgenomen in zijn dossiers over rechts-extremisme.
De brief, gedateerd 16 januari, vermeldde informatie dat de BfV hem in haar bestanden heeft.
Het agentschap weigerde commentaar te geven op het rapport en de brief en zei dat het geen commentaar geeft op individuen vanwege hun rechten, meldde het Duitse persbureau dpa.
Maassen werd in 2018 ontslagen als hoofd van de BfV nadat hij extreem-rechts geweld tegen migranten in de oostelijke stad Chemnitz had gebagatelliseerd.
Hij werd een vocale, zij het marginale figuur, aan de rechterkant van de conservatieve Christendemocratische Unie, de partij die ooit werd geleid door voormalig bondskanselier Angela Merkel. Hij stelde zich in 2021 zonder succes verkiesbaar voor het nationale parlement.
CDU-leiders lanceerden vorig jaar een poging om Maassen uit de partij te zetten. Reden was een tweet waarin hij zei dat de richting van “de drijvende krachten in de politieke en mediasfeer” “eliminatoir racisme tegen blanken en het brandende verlangen naar Duitsland om de pijp uit te gaan”.
In de afgelopen weken heeft Maassen plannen in gang gezet om een aartsconservatieve groep die hij leidt, de WerteUnion, om te vormen tot een nieuwe politieke partij. Op zaterdag tweette hij een brief waarin hij aankondigde dat hij de CDU zou verlaten, momenteel de grootste oppositiepartij van Duitsland, die volgens hem nu “een variant van de socialistische partijen is en geen alternatief voor hen”.
Op woensdag schreef Maassen op X dat de regering “duidelijk bang is” voor hem en zijn toekomstige nieuwe partij, en zei dat de brief die naar zijn advocaat was gestuurd “geen onderbouwd bewijs bevat dat observatie rechtvaardigt”.
