Afgelopen zomer begonnen meer dan 18.500 buitenlandse studenten aan hun studie in Nederland, een lichte daling ten opzichte van het voorgaande jaar, meldt het ANP. Deze afname wordt toegeschreven aan het stoppen met actief werven van buitenlandse studenten en de waarschuwingen voor beperkte huisvestingsmogelijkheden, aldus interim-voorzitter Jouke de Vries van Universiteiten van Nederland, waarbij veertien openbare universiteiten zijn aangesloten.
Na een periode van snelle groei vertoont de instroom van buitenlandse bachelorstudenten een afname van 1,2 procent. De stijging was de afgelopen jaren aanzienlijk hoger, met een toename van meer dan 20 procent in 2021 en bijna 12 procent in 2020.
Dinsdag heeft de Onderwijsraad zijn advies gepresenteerd met betrekking tot de regeringsplannen om de instroom van buitenlandse studenten te reguleren. Het adviesorgaan heeft voornamelijk kritiek geuit op de voorgestelde beperkingen op het aanbieden van colleges in talen anders dan het Nederlands.
Desalniettemin staat de raad positief tegenover het idee om een maximum aantal buitenlandse studenten in te stellen voor bepaalde opleidingen, zoals een zogenaamde numerus fixus.
Volgens Universiteiten van Nederland wordt momenteel meer dan de helft van de bacheloropleidingen in het Nederlands aangeboden, terwijl 30 procent in het Engels wordt gegeven en de rest tweetalig is. Bij masteropleidingen is het aandeel Engels-talige programma’s aanzienlijk hoger, met 76 procent, terwijl 15 procent in het Nederlands wordt aangeboden en 9 procent tweetalig is.
