Inlichtingendiensten van de politie hebben in strijd met de wet gehandeld door onrechtmatig hele bevolkingsgroepen in de gaten te houden. Dat meldt de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) op basis van een onderzoek naar de aansturing van de inlichtingendiensten van de Nationale Politie en de bijzondere dienst van de Koninklijke Marechaussee door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).
Het CTIVD publiceerde onlangs zijn bevindingen in een ‘Toezichtrapport nr. 76‘.
De politie-eenheden in het hele land hebben hun eigen inlichtingendiensten, die personen volgen die mogelijk een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid. Deze diensten werken samen met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en fungeren als een soort vooruitgeschoven post van deze dienst, meldt de NOS.
Volgens de CTIVD hebben de inlichtingendiensten een berisping gekregen omdat ze soms op basis van een signaal over één persoon of enkele personen ervoor kozen om een hele gemeenschap te onderzoeken. Dit is in strijd met de wet, aangezien een dergelijk breed onderzoek een aanzienlijke inbreuk vormt op de privacy en de proportionaliteit ervan moet worden overwogen. Desondanks is dit niet altijd gebeurd.
In de periode van 23 februari 2022 tot en met 1 juli 2022 hebben de inlichtingendiensten minstens drie keer een hele gemeenschap onrechtmatig in de gaten gehouden, aldus de CTIVD. De toezichthouder heeft niet bekendgemaakt om welke gemeenschappen het ging. Verschillende fractievoorzitters in de Tweede Kamer zijn in het geheim wel ingelicht over deze kwesties in de ‘Commissie Stiekem’.
Er is kritiek geuit vanuit de Tweede Kamer op deze gang van zaken. SP-Kamerlid Michiel van Nispen noemt het volgen van hele gemeenschappen nog ernstiger dan het volgen van individuen. D66-Kamerlid Joost Sneller pleit voor een bredere discussie in het parlement over beter toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Minister Hugo de Jonge erkent dat de onderbouwing voor het volgen van hele gemeenschappen beter moet, maar benadrukt dat dit plaatsvindt in het kader van dreigingsperspectieven.