Het aantal situaties waarin gezondheidsinstanties moeten ingrijpen om te voorkomen dat patiënten geen toegang meer hebben tot passende medicatie, neemt toe.
Het afgelopen jaar heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) 140 keer toestemming verleend om alternatieve medicijnen uit het buitenland te halen vanwege dreigende tekorten, meldt het ANP.
Dit aantal is hoger dan het voorgaande jaar, toen een soortgelijke beslissing 132 keer werd genomen. Bovendien hebben mensen die afhankelijk zijn van medicijnen vaker verpakkingen uit het buitenland ontvangen, wat een tijdelijke oplossing vereiste met goedkeuring van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG).
In 2023 heeft het CBG 72 keer toestemming verleend voor deze praktijk, driemaal vaker dan het jaar ervoor.
Deze gegevens zijn gepubliceerd in het recent verschenen jaarverslag van het Meldpunt Geneesmiddelentekorten en -defecten. Het rapport onderstreept opnieuw dat de levering van geneesmiddelen steeds minder vanzelfsprekend wordt.
Eerder dit jaar had de apothekersorganisatie KNMP al vergelijkbare zorgen geuit, waarbij voorzitter Aris Prins sprak van “alarmerende aantallen”.
Volgens het rapport zijn problemen bij fabrikanten de voornaamste oorzaak van deze tekorten. Ongeveer 56 procent van de meldingen over mogelijke leveringsproblemen wees op vertragingen in de productie of kwaliteitscontrole.
Bij bijna een kwart van de gevallen konden fabrikanten de groeiende vraag naar een bepaald medicijn niet bijbenen. De IGJ en het CBG voegen eraan toe dat bij langdurige tekorten fabrikanten vaak wijzen op een gebrek aan grondstoffen of aanhoudende productieproblemen.
Vorig jaar werden zeven medicijntekorten als “ernstig” bestempeld, omdat er onvoldoende of geen alternatieven beschikbaar waren. Dit betrof onder andere medicijnen voor mensen met diabetes, jicht en epilepsie.
