Redactie, TPO, 6 maart 2024 – Drie vluchtelingen uit Oekraïne, die niet de Oekraïense nationaliteit hebben, verzetten zich woensdag tegen hun gedwongen vertrek uit Nederland bij de rechtbank in Haarlem. De uitspraak van de rechtbank zal over drie weken plaatsvinden, op 27 maart, meldt het ANP.
Deze zaak bij de vreemdelingenkamer is de eerste in een reeks waarin derdelanders in opstand komen tegen het terugkeerbesluit van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), gebaseerd op een beslissing van de Raad van State.
De eerste bodemprocedure is aangespannen door een 30-jarige man uit India, een 25-jarige man uit Pakistan en een 25-jarige man uit Ghana. Tijdens de zitting werd bekend dat ze alle drie een partner uit Oekraïne hebben.
De man uit India werkt als kok en benadrukte het belang van zijn werk in Nederland. De man uit Pakistan, Hamid Islam, studeerde werktuigbouwkunde in Oekraïne en hoopt op gerechtigheid van de rechtbank.
De Raad van State oordeelde in januari dat de bescherming van derdelanders op 4 maart automatisch eindigde. Ze hebben tot 2 april de tijd om Nederland te verlaten.
Deze derdelanders kregen eerst dezelfde tijdelijke bescherming als gevluchte Oekraïners bij het uitbreken van de oorlog. Deze bescherming gaf hen het recht om in Nederland te wonen, werken, studeren en ontvangen leefgeld.
De advocaten van de mannen uit India, Pakistan en Ghana stellen dat de beslissing van de Raad van State in strijd is met het EU-recht. Ze betwisten ook dat ze de kans hebben gekregen om tegen de einddatum van 4 maart te argumenteren bij de Raad van State.
De advocaten vroegen de rechtbank snel een voorlopige voorziening te treffen, zodat hun cliënten kunnen blijven werken, studeren en recht op opvang behouden totdat de rechter in de beroepsprocedure heeft besloten.
De rechtbank neemt een week de tijd om hierover te beslissen. Deze maand vinden soortgelijke zaken plaats bij rechtbanken in verschillende steden in Nederland.