Redactie, TPO, 6 maart 2024 – ASML-topman Peter Wennink heeft zijn irritatie geuit over het afzeggen van een aantal politici voor State of Dutch Tech, een conferentie over de aantrekkelijkheid van Nederland voor technologische start-ups, meldt het ANP.
Volgens Wennink is de mogelijkheid voor innovatieve bedrijven om te groeien van cruciaal belang voor de toekomst van Nederland en Europa.
Hij merkt op dat deze boodschap langzaam lijkt door te dringen in Den Haag. “Ik ben geïrriteerd, om de simpele reden dat bij deze bijeenkomst ook de politiek moet zitten. Er waren zes Kamerleden uitgenodigd, vijf daarvan hebben vanochtend afgezegd. En dit gaat over het toekomstige verdienvermogen van Nederland”, zei Wennink na een panelgesprek met minister van Economische Zaken en Klimaat, Micky Adriaansens (VVD).
Volgens Wennink is deze houding gevaarlijk omdat Nederland zonder eigen innovatie te afhankelijk wordt van het buitenland. “Omdat wij dan uiteindelijk consumenten worden van de waarde die anderen creëren, dat gaat een hoop geld kosten”, benadrukte hij tijdens het evenement State of Dutch Tech.
Het kabinet werkt aan een plan om ASML, de monopolist met geavanceerde chipmachines, voor Nederland te behouden. Wennink zal op woensdag met de minister-president spreken over wat hij belangrijk vindt voor het vestigingsklimaat.
“Ik ga praten over problematiek en hoe we die moeten oplossen. Het gaat niet alleen om ASML-problemen, het zijn de problemen van Nederland en over het verdienvermogen”, aldus Wennink.
Hoewel ASML nog niet zeker is van uitbreiding in Nederland, benadrukt Wennink dat het essentieel is om vast te stellen dat groei hier verantwoord mogelijk is: “Wij moeten tot de conclusie komen dat we in Nederland verantwoord kunnen groeien. En we hebben die conclusie op dit moment nog niet getrokken.”
Hij benadrukt ook de zorgen van ASML en andere bedrijven over het mogelijke afschaffen van gunstige belastingmaatregelen voor expats. Daarnaast pleit hij voor meer facilitering van de samenwerking tussen universiteiten en het bedrijfsleven door de regering.
Wennink merkt op dat er genoeg goede ideeën zijn bij onderzoekers, maar dat het vaak ontbreekt aan goede contacten om deze te realiseren.
Tevens weerlegt hij de vrees van universiteiten dat hun academische vrijheid in het geding is bij samenwerkingen met bedrijven, door te stellen dat die vrijheid altijd gewaarborgd blijft.