Redactie, TPO, 9 april 2024 – Justitieminister Yesilgöz (VVD) benadrukt dat de strijd tegen Jodenhaat thuis moet beginnen, nu het aantal antisemitische incidenten snel toeneemt, meldt het RD.
Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) heeft vorig jaar bijna 2,5 keer zoveel incidenten geregistreerd als het jaar ervoor, vooral na de terreuraanval van Hamas op 7 oktober.
In 2022 werden 155 incidenten geregistreerd, in 2023 steeg dat aantal tot 379. Dat blijkt uit de dinsdag gepubliceerde Monitor Antisemitische Incidenten 2023 van het CIDI.
De Joodse organisatie spreekt in het rapport van een “historisch dieptepunt” in de meer dan 40 jaar dat het over antisemitisme rapporteert. Het CIDI vreest dat de cijfers dit jaar nog alarmerender zullen zijn. In oktober waren er 105 incidenten, in november 76, in december 50. Dat waren er 231 van de 379 in het hele jaar.
Minister Yesilgöz geeft aan dat er in de Joodse gemeenschap steeds minder neiging is om aangifte te doen, omdat mensen het gevoel hebben dat er niets mee wordt gedaan.
Ze gaat met politie en justitie bespreken hoe het beter kan. Jodenhaat is strafbaar en daders worden wel degelijk gepakt en veroordeeld, verzekert de minister.
Joodse Nederlanders maken zeer zware tijden mee. Belaagd worden in een winkel, aan je voordeur, op de universiteit of op je werk. Om wie je bent. Omdat je Joods bent. Dit zijn geen incidenten, dit is dagelijkse praktijk aan het worden. Dus moeten we samen opstaan. Geen plek voor… pic.twitter.com/k6eCXGInfZ
— Dilan Yesilgöz – Zegerius (@DilanYesilgoz) April 5, 2024
Ruim de helft van de incidenten in 2023 kwam via e-mail of post binnen. Ook via WhatsApp werd haat geuit, met teksten als “val dood kankerjood”, “ze zijn jullie vergeten te vergassen” of complottheorieën.
In 18 procent van de gevallen was er een directe confrontatie tussen slachtoffer en dader. In 9 procent was sprake van vandalisme, zoals het bekladden van Joodse gebouwen.
Vooral op scholen nam het antisemitisme schrikbarend toe, schrijft het CIDI: “Sommige Joodse leerlingen voelden zich dusdanig onveilig dat zij langdurig thuisbleven of zelfs moesten overstappen naar een andere school.”