Redactie, TPO, 22 pril 2024 – De staatsschulden van de eurolanden zijn afgelopen jaar licht gedaald, maar waren aan het einde van 2023 nog altijd gigantisch hoog, meldt het ANP. Het totaal aan schulden in de eurozone kwam overeen met 88,6 procent van de economische omvang, aldus Eurostat, het Europese statistiekbureau,
In vergelijking: in 2022 vertegenwoordigden de staatsschulden nog 90,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp) van de eurolanden.
Deze toename in schulden is grotendeels te wijten aan de noodzaak voor overheden om aanzienlijke leningen aan te gaan om de economische steunmaatregelen te financieren na de uitbraak van de coronapandemie.
Bovendien droegen de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne bij aan extra uitgaven. In zowel 2020 als 2021 bedroegen de staatsschulden respectievelijk 97,2 procent en 94,8 procent van het bbp.
De staatsschuld blijft ver boven de limiet die is vastgesteld in het stabiliteits- en groeipact van 1997, waarin een maximum van 60 procent van het bbp werd vastgelegd. Deze begrotingsregels werden tijdens de coronapandemie opgeschort om grootschalige overheidssteun mogelijk te maken.
Eind vorig jaar hadden Griekenland, Italië, Frankrijk, Spanje en België de hoogste staatsschulden, terwijl Estland, Bulgarije, Luxemburg en Denemarken de laagste schuldenlast hadden.
Nederland zag zijn staatsschuld dalen tot 46,5 procent, tegenover 50,1 procent aan het einde van 2022, wat ruimschoots voldoet aan de Brusselse norm.
Het gemiddelde begrotingstekort van de eurolanden daalde licht tot 3,6 procent van het bbp in 2023, mede dankzij iets lagere overheidsuitgaven. In 2022 bedroeg het tekort 3,7 procent.
Van de twintig eurolanden toonden alleen Cyprus, Denemarken, Ierland en Portugal een begrotingsoverschot. Italië, Hongarije en Roemenië hadden daarentegen de grootste tekorten. In Nederland steeg het begrotingstekort tot 0,3 procent, vergeleken met 0,1 procent in 2022.
