Redactie, TPO, 29 april 2024 – ING heeft het afgelopen jaar in Rusland een winst van 151 miljoen euro geboekt, waarmee de winstgevendheid in het land in de afgelopen twee jaar met maar liefst 5000 procent is toegenomen, meldt het FD.
ING betaalde 20 miljoen euro aan belasting aan de Russische overheid.
Deze stijging is opvallend, gezien de eerdere intentie van CEO Steven van Rijswijk om de activiteiten van de bank in Rusland af te bouwen. Dat gaf de CEO vorig jaar februari nog aan tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer: “ING ziet geen toekomst voor zichzelf in Rusland. We zouden er liever niet actief zijn.”
Hoewel ING vorig jaar duidelijk aangaf weg te willen uit Rusland, blijkt uit de winstcijfers van 2023 dat dit niet is gelukt. Integendeel zelfs: de bankwinst in Rusland steeg met bijna 5000 procent ten opzichte van 2021.
Volgens onderzoek van de Financial Times behoort ING samen met zes andere Europese banken tot de grootste banken die zakendoen in Rusland, waarbij zij gezamenlijk meer dan 3 miljard euro aan winst behaalden in 2023, ongeveer drie keer zoveel als in 2021.
De Europese Centrale Bank (ECB) overweegt in te grijpen bij Raiffeisen Bank, een van de grootste Europese banken in Rusland, en heeft de bank vorige week gesommeerd om haar activiteiten in Rusland sterk te verminderen. Deze stap komt ook nadat Oostenrijkse politici in het Europees Parlement hebben aangedrongen op het vertrek van Raiffeisen uit Rusland.
De winststijging van westerse banken in Rusland is gedeeltelijk te danken aan de aanzienlijke stijging van de Russische rente en aan de westerse sancties tegen Russische banken, waardoor internationale betaalsystemen zoals Swift niet meer toegankelijk zijn voor Russische banken.
Ondanks de winststijging benadrukt een woordvoerder van ING dat de bank nog steeds geen toekomst ziet voor zichzelf in Rusland en dat zij bezig zijn met het actief afbouwen van hun activiteiten in het land sinds de Russische invasie van Oekraïne in 2022.
Voor de invasie bedroeg de blootstelling van ING aan Rusland 6,7 miljard euro, wat nu is gedaald naar 1,3 miljard euro.