Redactie, TPO, 11 juni 2024 – Van Meijeren stond terecht voor twee gevallen van opruiing, waarvan de rechtbank beide als bewezen acht. Volgens de rechter heeft het gedrag van Van Meijeren als Kamerlid de openbare orde in gevaar gebracht, meldt de Rechtspraak.
De rechtbank oordeelde naar aanleiding van twee verschillende incidenten: een demonstratie in juli in Tuil en een interview op YouTube in november 2022, en stelt dat Van Meijeren zijn positie als volksvertegenwoordiger heeft gebruikt om ontevreden boeren tijdens de boerenprotesten aan te zetten tot gewelddadige acties.
Ten tijde van de uitlatingen van Van Meijeren was er sprake van een hevige politieke discussie over onteigening van boerenbedrijven vanwege de stikstofproblematiek, wat tot onrust in de samenleving leidde.
Naast de boerenprotesten was Nederland nog herstellende van de coronapandemie, er waren wereldwijd gebeurtenissen zoals de bestorming van het Capitool in de VS en het aftreden van de president van Sri Lanka na een bestorming van het presidentieel paleis.
In zijn toespraken op een boerenforum in Tuil en in een YouTube-interview sprak Van Meijeren zich uit tegen het stikstofbeleid van de regering en suggereerde hij dat gewelddadige opstand gerechtvaardigd zou zijn.
Het was aan de rechtbank om te beoordelen of deze uitspraken opruiing tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag vormden. Zo ook of de FvD-politicus dit met opzet deed.
De rechtbank oordeelde dat Van Meijeren zich schuldig maakte aan opruiing tegen het openbaar gezag. Ondanks dat hij pleitte voor vreedzaam verzet, bracht hij een boodschap over aan zijn publiek dat gewelddadige acties gerechtvaardigd konden zijn.
Hij handelde hierbij met opzet, gezien zijn kennis van het geweld dat gepaard ging met de boerenprotesten en zijn herhaalde uitspraken na kritiek hierop.
Als volksvertegenwoordiger had Van Meijeren een zekere invloed en verantwoordelijkheid, maar hij riep desondanks op tot gewelddadig protest tegen de overheid.
De rechtbank legt hem een naar eigen zeggen passende taakstraf van 200 uur op, zonder voorwaardelijk deel, gezien zijn verzet tegen eventuele voorwaarden.
De FvD-politicus laat weten in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak.