Binnenland

135 PAS-melders in Utrecht komen in aanmerking voor legalisatie

11-09-2024 12:15

Grazende koeien in een weiland. Foto @Freepik

In de provincie Utrecht komen 135 PAS-melders, waaronder boeren en andere ondernemers die door het stikstofbeleid in de problemen zijn geraakt, in aanmerking voor legalisatie. Deze bedrijven voldoen aan de voorwaarden om een natuurvergunning te verkrijgen.

 

Redactie, TPO, 11 september 2024 – In totaal hadden 160 bedrijven zich aangemeld voor het legalisatietraject, maar niet alle aanvragen kunnen worden ingewilligd.

Van de ingediende aanvragen voldoen zestien bedrijven niet aan de criteria voor een natuurvergunning of hebben al een bestaande vergunning die voldoet. Verder zijn er negen bedrijven die wel een aangepaste natuurvergunning nodig hebben, maar niet aan de voorwaarden voldoen om toegelaten te worden tot het legalisatietraject, meldt het ANP.

Dit kan komen doordat zij zich tussen 2015 en 2019 niet bij het Programma Aanpak Stikstof (PAS) hebben gemeld.

Opties voor snelle vergunningverlening

Gedeputeerde Mirjam Sterk (CDA) geeft aan dat de provincie samen met de 135 bedrijven onderzoekt hoe snel een natuurvergunning kan worden geregeld. Mogelijke oplossingen zijn technische maatregelen, beperking van het aantal dieren, bedrijfsbeëindiging of verplaatsing.

Het wachten op voldoende stikstofruimte is ook een optie, maar Sterk benadrukt dat de provincie niet kan garanderen dat deze ruimte snel beschikbaar zal zijn. Ze roept het Rijk op om snel met een oplossing te komen.

Stikstofbank

Om PAS-melders te ondersteunen, heeft de provincie Utrecht een stikstofbank opgericht. Deze bank reserveert stikstofruimte die vrijkomt, bijvoorbeeld door veehouders die stoppen, zodat deze ruimte later kan worden gebruikt. Momenteel bevat de stikstofbank echter nog niet veel stikstof, meldt de provincie.

Onder het oude stikstofbeleid hadden PAS-melders geen vergunning nodig en konden zij volstaan met een melding door de beperkte omvang van hun bedrijf. Dit beleid werd echter in 2019 door de Raad van State verworpen, waardoor een nieuwe regeling noodzakelijk werd.